Archief | Zo manipuleert het RIVM ons met de Britse variant RSS feed for this section

Zo manipuleert het RIVM ons met de Britse variant

14 feb

https://www.maurice.nl/2021/02/14/zo-manipuleert-het-rivm-ons-met-de-britse-variant/

Leestijd: 10 minuten

Aanpassing geleden door Maurice

Mijn bevinding:

In het onderstaand uitgebreide artikel laat ik zien dat de mate van verspreiding van de Britse variant -bewust- aanzienlijk werd en wordt overdreven!

Sinds half januari wordt in Nederland namelijk het beleid bepaald door de dreigende grote derde golf die op ons af zou komen door de snelle verspreiding van de Britse variant. Daardoor zijn we nu het land dat bovenaan staat bij de Oxford Stringency Index: het land met de zwaarste maatregelen. Ondanks de vrij stabiele daling van de cijfers in januari werden de zware maatregelen van half december verlengd en zelfs verzwaard met een avondklok. Premier Rutte meldde dat er onvermijdelijk een hoge derde golf op ons afkwam. Veel mensen schoten daardoor weer in de angst.

Maar als je echt naar het onderzoek kijkt, dat uitgevoerd is door het RIVM om te bepalen hoe zich die Britse variant in Nederland vanaf december ontwikkelde en ontwikkelt, dan zie je dat het een onderzoek is waar iedere rechtgeaarde onderzoeker zich diep voor zou schamen. Er is geen sprake van een goede steekproef, en bij de keuze van de monsters die men analyseert, heeft men een grotere kans dat het een monster is met de Britse variant. Daardoor wordt de de aanwezigheid en tempo van de groei van de Britse variant sterk overdreven!

Maar omdat het RIVM er steeds alles aan doet om de angst onder de bevolking te blijven aanjagen, wordt dat belabberde onderzoek gemaskeerd. En werkt men met verkeerde data en mede daardoor met een wankel prognosemodel, om maar het gevoel te geven dat er een enorme derde golf op ons afkwam en het overgrote deel van de bevolking met de zware maatregelen instemt.

Hoe groot de impact van deze bangmakerij is, kan afgeleid worden uit het feit dat in België de scholen, winkels, musea en zwembaden sinds begin december wel open zijn en inmiddels de kappers ook. In dat land is sinds begin januari de  reproductiefactor gelijk aan die van Nederland en ook daar is de Britse variant aangetroffen.

De schade door deze manipulatie is enorm groot en het wordt de allerhoogste tijd dat de verzameling en presentatie van cijfers door een andere instantie plaats gaat vinden en niet door een groep wetenschappers, die via hun cijfers en modellen de burgers tot het door hen gewenst gedrag wil forceren.

Hieronder onderbouw ik deze stevige aantijging.

De grote dreiging van de Britse variant

De dreiging van de Britse mutant beheerst in Nederland de besluitvorming rondom het Coronabeleid. Doordat die Britse mutant hand over hand terrein zou winnen, ging na de presentatie van Prof. van Dissel in het Catshuis op 10 januari alle alarmbellen af.  Het leidde o.a. tot de verlenging van alle maatregelen en ook nog de invoering van een avondklok. Premier Rutte gaf op basis van de voorspellingen van het RIVM aan dat er onvermijdelijk een hoge derde golf op ons afkwam. Prof. Kuipers rekende bij Op1 op 19 januari o.a. voor hoezeer die derde golf ervoor zou gaan zorgen dat in maart de benodigde zorgcapaciteit nog groter zou worden dan die op haar top in maart/april 2020 was.

Dat herhaalde hij twee weken later nog een keer. Ondanks dat de echte cijfers daalden bleef hij bij hetzelfde verhaal en hij maakte velen daardoor weer extra bang.

In de weekrapportages van het RIVM kwam die lijn van redeneren ook terug. Op 26-1 werd gesteld:  “tussen 20-1 en 26-1 was ruim een derde besmet met de Britse variant”.  Een week later werd beschreven “tussen 27-1 en 2-2 werd twee derde met de Britse variant besmet”.

Het eigenaardige daarbij is wel dat ondertussen het totaal aantal positief getesten nog steeds geleidelijk afneemt. Via deze grafiek op de website van het RIVM wordt echter getoond welk aandeel de Britse variant zou hebben. En de reproductiefactor van die Britse variant wordt circa 40% hoger berekend als die van de andere varianten die we hadden. Bij de rapportage van 9 februari was dat 1,13 voor de Britse variant en 0,80 voor de  oude variant. Vooral die laatste was voor Nederlandse begrippen heel laag.

Er wordt gedaan alsof de Britse variant (de rode staafjes) ongeveer nu (14 februari) rond de 90% van alle besmettingen zou betreffen en dat er daarna een hele sterke stijging zal ontstaan van alle besmettingen in Nederland.

Besef echter dat dit niet de feitelijke cijfers, die zijn vastgesteld, maar dit doorberekeningen volgens het model van het RIVM zijn. Een model dat gevuld wordt met echte vastgestelde cijfers, waarvan de laatste op het moment van deze tabel ruim 15 dagen oud was, namelijk van rond 20 januari. De laatste 15 dagen zijn een modelmatige doorberekening.

Cruciaal daarbij is dat die feitelijke cijfers van voor 20 januari een goede weergave zijn van de werkelijkheid. Want als dat niet zo is, dan kan dat zowel grote gevolgen hebben voor de grafiek, maar ook voor het bepalen van de echte mate van besmettelijkheid van de Britse variant.

En daar ligt het zwakke punt (en dat is dan eufemistisch gezegd) van deze hele operatie.  Want op de feitelijke cijfers is heel veel aan te merken.

Bepaling van het echte aandeel van de Britse variant

Die echte Nederlandse cijfers zijn afkomstig van Kiemsurveillance van het RIVM en het EMC. Bij een deel van de positieve testen wordt nader onderzoek gedaan welke variant van het virus het betreft. Dat proces heet sequentieanalyse.

In deze grafiek wordt aangegeven welke cijfers men in Nederland daarbij heeft vastgesteld en hoe het model dan verloopt. De zwarte bolletjes zijn echte waarnemingen.

De zwarte bolletjes zijn dus de vastgestelde waardes bij de Kiemsurveillance. De rest van de grafiek is het model. Uit deze grafiek zou dus af te leiden zijn dat het aandeel van de Britse variant bij de monsterafnames inmiddels boven de 80% zou moeten liggen. (Zoals het vorige week rond de 70% moest zijn geweest.)

Maar is dat wel zo? En waarom worden in landen als België, Duitsland en Frankrijk zoveel lagere cijfers vastgesteld dan in Nederland? Plus hoe kan het dan dat in Twente eind januari door een laboratorium daar een cijfer van 11% werd vastgesteld, nadat men 1000 monsters had onderzochtt? Dat gebeurde toen in heel Nederland volgens het RIVM het cijfer al tussen de 33% en 50% zou moeten hebben gelegen.

De cijfers zijn geen goede weergave  van de werkelijkheid

Het antwoord kan kort en duidelijk zijn. De waarde van het aandeel aan de Britse variant in  Nederland, zoals aangegeven met de zwarte cirkeltjes op deze grafiek, deugt niet. De uitslagen van de Kiemsurveillance tot en met twee weken geleden geeft geen getrouw beeld van de Nederlandse situatie op dat moment.

Want:

  • de wijze waarop de sequence-analyse in de praktijk wordt aangepakt door het RIVM zorgt ervoor dat er een (veel) te groot aandeel wordt gevonden van de Britse variant dan er in de totale besmette populatie aanwezig is.
  • er is geen sprake van een goede steekproef onder de mensen die positief zijn getest.

Daardoor is deze grafiek bijna een vorm van wishfull thinking vanuit de modelleurs van het RIVM.  En laten een veel dreigender beeld zien van die opkomst van de Britse variant dan feitelijk het geval was en is. Een variant die zeker wel besmettelijker is, maar niet van de omvang, die door het RIVM werd gesuggereerd (eerst rond de 50% besmettelijker en daarna rond de 40%). Ja in Ierland en Engeland is er een grote explosie van gevallen geweest, terwijl daar de Britse variant dominant was/werd. Maar als er nu naar Ierland en Engeland gekeken wordt dan zien we in beide landen een duidelijk patroon. Een sterke stijging rond Kerst, maar kort na nieuwjaar is het aantal besmettingen al snel weer  gedaald. Waardoor de vraag heel legitiem is: kwam die spurt in Ierland en Engeland nu vooral  door de grotere besmettelijkheid van de Britse variant of vooral door het gedrag van de Ieren en Engelsen rondom Kerst en Nieuwjaar? O.a. in The Guardian wordt overduidelijk de schuld bij het laatste gelegd.

Ik zal onderbouwen wat ik heb gesteld over waarom de cijfers van het sequencen zoals die tot nu toe bekend zijn geworden in Nederland, niet deugen. Er zijn dus twee argumenten.

  1. Britse variant wordt bevoordeeld bij het sequencen

Ik kwam op het spoor van dit probleem bij de rapportage van het grootschalige onderzoek in Lansingerland. Daar staat dit over het onderzoek onder de bewoners die opgeroepen waren om te komen.

Wat me het meest opviel, was dat er blijkbaar slechts 89 tests waren gesequenced van de 421, die beschikbaar waren. Uit de toelichting bleek dat bij een fors deel van de monsters het te laat was (wat dat dan ook precies moge betekenen), maar daarnaast werd gemeld dat bij de helft van de monsterafname het sequencen mislukt was.

Toen ik dat in mijn blog had gemeld, kreeg ik een bericht van iemand achter de schermen, die me uitlegde waardoor dat mislukken kwam. Als een monster te weinig virusdeeltjes bevat, dan mislukt het sequencen. Dat een monster weinig virusdeeltjes bevat, is af te leiden uit de zogenaamde CT-waarde. Oftewel het aantal keren dat het monster dat via het wattenstaafje is afgenomen via de PCR methode wordt gedupliceerd, voordat het een positieve uitslag geeft. Als die waarde boven de 30 is, dan betekent het dat in het oorspronkelijk monster te weinig virusdeeltjes aanwezig waren en dan kan er niet meer goed gesequenced worden (en mislukt het dus).

Dat is dezelfde discussie rondom de positieve uitslagen van PCR-tests. Bij een hoge CT-waarde (boven de 30 a 33)  vind je vooral mensen die nu niet meer besmettelijk zijn, maar weken/maanden eerder besmet waren geraakt. Ik heb er al vaak over geschreven.

Maar bij het vaststellen van de mate waarin de Britse variant oprukt, levert dat een ook extra probleem op en die kan heel groot zijn. Er zijn sterke aanwijzingen dat de Britse variant zorgt voor een hogere virale load. Dat houdt dus in dat een besmet iemand met de Britse variant gemiddeld meer virusdeeltjes uitscheidt, dan iemand met de oudere varianten.

Dat houdt ook in dat bij mensen met de Britse variant je gemiddeld lagere CT-waardes nodig hebt om het virus te kunnen ontdekken. En dat heeft weer als consequentie dat bij de uitkomsten de Britse variant duidelijk is oververtegenwoordigd.

Even een eenvoudig voorbeeld: Stel dat bij een test met een CT-waarde van 35 ongeveer 5% een Britse variant heeft en bij een test met een CT-waarde van 10 ongeveer 20% een Britse variant. Dan zal het sequencen van vooral lage CT-waardes een forse overschatting van het aandeel van de Britse variant ten gevolge hebben.

Hoeveel procent het in het echt is, kan ik niet vaststellen. Maar mijn haren rezen helemaal te berge toen ik van die persoon achter de schermen vernam dat we in Nederland eigenlijk weinig capaciteit hebben/gebruiken om te sequencen en dat men dan het liefst die monsters nam met een lage CT-waarde (bij voorbeeld 10).  En door die keuze heb je impliciet meer kans dat het de Britse mutant is.

  1. De steekproef, die geen steekproef is

Leidt het eerste probleem al tot een (forse) overschatting. Het tweede probleem maakt het helemaal onmogelijk om de ontwikkelingen van de Britse variant goed vast te stellen. Namelijk dat de aanpak van het sequencen in januari niet is gebeurd op basis van een goede steekproef van de besmettingen in Nederland. Ik werd daar ook op attent gemaakt door mensen achter de schermen. Die vertelden dat er vooral gesequenced werd als er vermoedens waren van bijzondere uitbraken, zoals bij zorginstellingen. Zoals die bij voorbeeld in Friesland of in Limburg hadden plaatsgevonden.

Besef dat tot dusverre er alleen nog maar percentages die gevonden warenvan de Britse variant naar buiten zijn gebracht. Er werd niet vermeld hoeveel monsters er eigenlijk werden gesequenced. En ook niet wat de procedure was om te bepalen dat die monsters een goede vertegenwoordiging waren van de ontwikkelingen onder de Nederlandse bevolking. Mijn informant vertelde dat bij de bepaling van de landelijke cijfers, de monsters met een Britse variant bij een specifiek onderzoek in zorginstellingen, gewoon werden meegeteld. En dat er helemaal geen sprake lijkt te zijn van goed getrokken steekproeven.

Ik ging op zoek naar de opzet van die steekproef in Nederland, maar kwam niets tegen. Wel dit document in België van 25 januari waar wel keurig staat aangegeven langs welke weg die steekproeven getrokken moeten worden. (En België meldt beduidend lagere cijfers dan Nederland heeft gemeld).

Nu is er een centrale plek waar de afzonderlijke landen meldingen doen van de gevonden varianten. Op 25 januari was de laatste opgave vanuit Nederland. Dat betrof de in totaal 463 keer dat ze de Britse mutant hadden gevonden tot  aan 21 januari.

Vanuit de kaart die op die site vervolgens getoond wordt, kun je per provincie zien hoeveel dat er waren. Ik kreeg informatie van iemand die regelmatig noteerde wat er op die site aan aantallen stond. Want op een andere manier kan men niet aan de data komen. In Friesland waren dat op 25 januari bij voorbeeld 47. Dat waren er 30 meer dan de week ervoor.

Maar dat komt niet omdat er een grote steekproef in Friesland is gehouden en er vervolgens 30 nieuwe gevallen werden ontdekt. Maar deze stijging kwam (vrijwel) geheel op conto van die bewuste zorginstelling.  In Flevoland was er in totaal maar 1 gevonden (0 in de laatste week). Maar ook daar niet omdat er in Flevoland een goede steekproef was uitgevoerd. In Noord-Holland in totaal 159, 42 in de laatste week. Maar ook dat betrof grotendeels een uitbraak in een zorginstelling.

Uit niets blijkt dat de cijfers in Nederland betrekking hadden op een goed getrokken steekproef, maar meer van een verzameling van ad-hoc uitgevoerde onderzoeken.

Het lijkt er veel meer op dat de cijfers van die percentages die vervolgens werden gepresenteerd, vooral zo bepaald werden, omdat ze in het model pasten dat vooraf was opgesteld. Het heeft weinig tot niets te maken met de werkelijke ontwikkelingen rondom de Britse variant in Nederland.

En men blijft gewoon doorgaan

Maar het erge is wel dat de maatregelen die genomen en verlengd zijn, werden bepaald door dit soort manipulaties met cijfers en modellen. En ook de komende tijd verwacht ik geen verandering van deze strategie. Nu niet meer door te zeggen dat we nog een hele grote derde golf gaan krijgen. Maar nu door te zeggen dat de maatregelen ervoor gezorgd hebben dat er geen grote golf meer komt.

Als we het verloop van het aantal positieve testen namelijk bekijken zoals het de laatste dagen te zien is vanuit de teststraten van de GGD, dan zien we relatief lage cijfers en een percentage positieve testen, dat rond de 11% is en niet stijgt.

Omdat de komende drie dagen bij het bekend maken van de dagcijfers vooral de testcijfers meegenomen zullen worden van vrijdag tot en met zondag (en dat zijn de rustigste dagen) is het heel waarschijnlijk dat die cijfers gemiddeld drie dagen rond de 3500 zullen zijn.

Lage cijfers, die totaal niet in lijn zijn met de constatering van het RIVM dat twee weken geleden al twee derde deel van de besmettingen toen met de Britse variant was! Er valt niet meer met droge ogen te beweren dat de grote stijging nog gaat komen. (Terwijl afgelopen dinsdag nog werd gezegd dat de storm zeker zou komen).

En hoe zal het RIVM daar dan dinsdag mee omgaan met de cijfers die zich nog steeds gunstig ontwikkelen?

Ook dat valt niet moeilijk te voorspellen, want dat is namelijk de enige manier waarop het spel dat door het RIVM is gespeeld niet ontmaskerd wordt: dinsdag zal het RIVM melden dat de reproductiefactor van de Britse variant weer duidelijk gedaald is (wellicht zelfs in de buurt van de 1). En daarbij wordt dan vermeld dat het te danken is aan de genomen maatregelen, hoe goed we ons eraan houden en -klaroengeschal- het positieve effect (ik taxeer dat ze zullen zeggen: 10%, want dat stond ook in hun model) van de avondklok.

U weet dan wel beter. Ook als ze met die conclusie komen, dan worden wij weer gemanipuleerd.

Ja, er kunnen nog stijgingen gaan ontstaan door de Britse variant, maar die zullen dan beperkt blijven en bij lange na niet in de buurt komen van datgene wat ons de afgelopen weken is voorgespiegeld. Hoeveel dat precies zal zijn weet ik niet zeker, maar inmiddels is door de dalingen van de ziekenhuisopnames en de IC-bezetting al we meer ruimte om dat op te vangen.

Maar wat we wel zeker weten, is de onnodige extra schade van half januari tot tot 2 maart, die de economie en samenleving door deze manipulaties van het RIVM hebben opgelopen. Economische schade, sociaal-maatschappelijke schade en gezondheidsschade (angst en uitstel van behandelingen). Manipulaties waardoor de VO-scholen niet zijn opengegaan, evenmin als de niet-essentiele winkels, zwembaden en musea, zoals in België wel het geval was. Plus de onn