Archief | Wynias Week RSS feed for this section

Valt er nog wat te kiezen in Nederland?

14 nov

https://ift.tt/35ttAqt

Over vier maanden zijn er verkiezingen, maar valt er wel wat te kiezen? Alle kans dat na de formatie die volgt op 17 maart zo ongeveer dezelfde partijen weer gaan regeren. Die regeerpartijen willen wel allemaal wat anders dan wat ze tot dusver wilden. Maar verder willen ze zo ongeveer allemaal hetzelfde. Het is om moedeloos van te worden. Valt er nog wel wat te kiezen in Nederland?

De afgelopen tien jaar regeerde in Nederland de Rutte-partij. Die partij bestaat uit de VVD van Mark Rutte zelf, met meer of minder enthousiasme gesteund door CDA, PvdA, D66, GroenLinks, ChristenUnie en SGP. Die Rutte-partij kreeg vooral vorm nadat het eerste kabinet-Rutte op 23 april 2012 viel, omdat Geert Wilders van de PVV zijn gedoogsteun introk.

Pijlsnel ontstond toen de ‘Kunduz’-gelegenheidscoalitie, die snel de belastingen en de AOW-leeftijd verhoogde en plannen maakte voor bezuinigingen: naast de regeringspartijen VVD en CDA kwam de steun van D66, GroenLinks en ChristenUnie. De PvdA deed aanvankelijk niet mee, maar voerde vervolgens als regeringspartij samen met de VVD ‘Kunduz’ wel degelijk uit. Vanuit de Kamer was er toen weer gedoogsteun van D66, ChristenUnie en GroenLinks en – een beetje op afstand – het CDA.

Steeds weer hetzelfde

En nu? Nu regeren alweer drie jaar VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, vanuit de Tweede Kamer gedoogd door GroenLinks en – soms een beetje op afstand – de PvdA. What ’s new?

De partijen die samen de Rutte-partij vormen onderscheiden zich logischerwijs weinig van elkaar. Wel schuiven ze met z’n allen wat heen en weer, in de loop van de jaren. In de jaren 2012-2017 hadden ze maar één, alles overheersend doel: het begrotingstekort verminderen, om zo boze blikken van Brussel te voorkomen.

In 2017 had de Rutte-partij tot verrassing van de kiezers plotseling een heel nieuw doel, te weten klimaatkoploper van de wereld (te beginnen in Europa) worden, vooral door als enige land ter wereld burgers van het aardgas af te koppelen. De hele Rutte-partij, aangevuld met de SP, deed vervolgens mee aan de Klimaatwet van GroenLinks en PvdA.

Geld speelt nu geen rol

In 2020 werd het weer anders. Na de eerdere jaren van zuinigheid en lastenverhogingen was de Rutte-partij het er nu over eens dat geld geen rol meer speelt. Zonder dat er ook maar met de ogen werd geknipperd werd er afstand genomen van het beleid van de lastenverhogingen en bezuinigingen van de voorgaande jaren.

En trouwens: ook de ambitie om klimaatkoploper van de wereld te worden werd – met uitzondering van GroenLinks, die wil steeds meer, meer, meer – stilletjes weggemoffeld, evenals het doel om de Nederlandse woningen desnoods gedwongen van het gas te halen.

Met zijn allen naar links

Wat er in Coronatijd precies met de leiders van de Rutte-partijen is gebeurd is een fijn onderwerp voor historisch onderzoek, maar feit is dat ze nu allemaal iets anders willen dan ze eerst wilden, dat ze met zijn allen opschuiven naar links en dat ze zo mogelijk nog meer op elkaar willen lijken dan ze toch al deden.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Kijk naar de verkiezingsprogramma’s. Allemaal laten ze de staatsschuld oplopen, allemaal willen ze een grote staat dan wel een stevige collectieve sector, allemaal willen ze het minimumloon omhoog. Wie nog een beetje rechts leek (VVD, CDA) schuift op naar links dan wel naar het midden en wie links was wil nog linkser worden. Het lijkt wel of ze bij elkaar hebben gespiekt.

PvdA en VVD: draaien en keren

De interessantste draaien worden gemaakt door de vorige twee regeringspartijen, tevens de grootste verliezers van 2017: VVD en PvdA. De VVD schudt zo’n beetje alle rechtse veren af en wil vooral middenpartij voor de middenklasse, de middeninkomens, de middengroepen en het midden- en kleinbedrijf zijn en neemt opzichtig afstand van multinationals en soortgelijk grootschalig kapitalisme. Waar de vennootschapsbelasting van de VVD eerder niet laag genoeg kon zijn, wil de VVD nu een internationale vloer in die winstbelasting, om verdere verlagingen te voorkomen.

Rutte en Asscher en hun metamorfose

De nieuwe VVD van Rutte wil kennelijk heel anders zijn dan de vorige VVD van Rutte. Waarbij aangetekend dat de VVD geen spijt betuigt voor de vorige Rutte, maar nu wel de ‘wederopbouw van de middenklasse’ wil. De afbraak van de middenklasse moet dan ook ooit hebben plaatsgevonden, maar daarover weidt de VVD dan weer niet uit.

Zoals de VVD ook geen duidelijkheid verschaft over het hoe en waarom van de steeds hogere collectieve lastendruk in de Rutte-jaren, terwijl toch steevast koopkrachtverbetering was beloofd. Wel wordt er nu – als het weer een beetje aantrekt – lastenverlichting beloofd, in plaats van de lagere begrotingstekorten die tot dusver het richtsnoer waren voor de VVD (en de andere Rutte-partijen).

Terug naar Den Uyl

Waar de VVD zich nog niet eerder zo weinig rechts liet zien, daar doet de PvdA juist amechtige pogingen weer vintage sociaaldemocratisch te zijn. Joop den Uyl is al 33 jaar dood, maar Lodewijk Asscher wil terug naar de dagen van Joop, lang voordat Wim Kok de paarse premier werd en toen zijn veren verloor.

De PvdA van Asscher schrapt ook de hele erfenis van Wouter Bos en Diederik Samsom en daarmee ook de erfenis van de vorige Lodewijk Asscher. Dus: weg met de verhuurderheffing, weg met het lenen voor studenten, meer in plaats van minder sociale werkplaatsen, de Melkertbanen terug en ga zo door.

Zoek de verschillen!

De partijen die de afgelopen Rutte-jaren – en daarvoor – regeerden willen vooral veel afschaffen dat pas in de afgelopen Rutte-jaren of daarvoor is bedacht. Eigenlijk beloven de regeerpartijen om alles af te breken wat ze eerder als regeerpartijen hebben opgericht.

Dus: weg met de toeslagen (geïntroduceerd in 2006) weg met het sociale leenstelsel (2015), weg met de lastenverzwaringen en bezuinigingen (2012), behoud van de dividendbelasting (2017), weg met het eigen zorgrisico, dan wel een lager eigen risico (2008), weg met de marktwerking, of althans ‘doorgeschoten’ marktwerking in de zorg (2006), toch weer een vorm van referendum (afgeschaft in 2018) en ga zo door.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Tegelijkertijd willen de Rutte-partijen nu allemaal wat ze de afgelopen jaren niet deden, zoals de druk op de woningmarkt verlichten. Dat er een tekort aan woningen is, komt in belangrijke mate door de historisch hoge immigratie van de afgelopen jaren, al is er nauwelijks een Rutte-partij die dat verband legt (wel wil de VVD desnoods de grenzen kunnen sluiten als er weer een migratiegolf is, zoals in 2015).

Maar nu willen alle partijen plots grootscheeps bouwen, waar ze dat eerder kennelijk niet nodig vonden. Althans: er is een tekort aan nieuwbouw. En alle Rutte-partijen willen de komende jaren een hoger minimumloon, alleen over het tempo is verschil van mening en over de vraag of uitkeringen – zoals tot dusver – al dan niet mee moeten stijgen.

De burgers zijn stabiel, politici zijn de draaiers

Wetenschappers stellen al jaren vast, dat de ‘volatiele’ Nederlandse verkiezingen niet het gevolg zijn van de wispelturigheid van de Nederlandse kiezers. De burgers van Nederland zijn juist opvallend stabiel in hun opvattingen, door de bank genomen.

Nee, het zijn de politici die draaien en keren. Zoals ook nu weer. Al maken VVD en PvdA het wel heel bont: ze doen niet meer wat ze eerder wilden, nadat ze eerder ook al niet deden wat ze toen beloofden. En dat net zo makkelijk met gewoon weer dezelfde lijsttrekker.

De hamvraag luidt vanzelfsprekend of er zo nog wel wat te kiezen valt. Die keuze is er vanzelfsprekend. Er zijn bijvoorbeeld partijen die uit de euro willen (SP) of daar onderzoek naar willen (SGP) of zelfs uit de Europese Unie willen (PVV) of pas na een referendum (FvD). Er zijn partijen die minder immigratie willen (PVV, FvD) of alleen minder arbeidsmigratie (SP, PvdA, CU). Er zijn partijen die meer klimaatbeleid willen (GroenLinks, PvdD) en partijen die minder klimaatbeleid willen (PVV, FvD, SGP). Maar toch.

Maar leidt dat ook ergens toe?

Tot 1994 maakte het CDA – Ruud Lubbers – uit of er over rechts (VVD) dan wel links (PvdA) werd geregeerd. In de Rutte-jaren is die regie over genomen door Mark Rutte. Zo zijn er regeerpartijen ontstaan en partijen die er regerenderwijs niet toe doen.

Wat de regeerpartijen doen is ondanks de voorspelbare samenstelling van coalities dan wel gedoogpartners nogal onvoorspelbaar, zowel door de wispelturigheid van de regeerpartijen als door de onvoorspelbare uitkomst van kabinetsformaties. In die achterkamers verdwijnt naarmate de formatie langer duurt de wens van de burgers steeds meer uit het zicht en tellen vooral de belangenbehartigers.

Het partijkartel bestaat, dat is het minste dat je er van kunt zeggen. Deze keer draait het kartel overwegend naar links. Waarom dat zo is? Helemaal duidelijk is het niet. Draait de samenleving naar links? Heeft er iemand aan het Binnenhof een vinger in de lucht gestoken, waarop iedereen dezelfde richting opliep?

En het alternatief?

De partijen die samenklitten in het midden dan wel op links zullen ook na 17 maart 2021 wel weer samen regeren, in welke samenstelling dan ook. Dat is geen feest voor de democratie – zo weinig keus – maar zo staan de zaken.

Dat is nu ook weer niet alleen die partijen kwalijk te nemen, want de concurrentie stelt hen daar ook toe in staat. De SP heeft nooit een serieuze poging gedaan om door meeregeren (of gedogen) invloed uit te oefenen. De PVV krijgt de laatste maanden weer een blos op de wangen, maar was te lang of te wild, of te voorspelbaar dan wel te onzichtbaar. En Forum voor Democratie heeft na de gewonnen Statenverkiezingen van maart 2019 een gouden kans laten lopen om dé uitlaatklep van redelijk rechts te worden. Tot zover het slechte nieuws over de vraag of er wat te kiezen valt in Nederland. Er is ook goed nieuws. Daarover binnenkort meer in Wynia’s Week.

Op 23 november verschijnt bij Uitgeverij Blauwburgwal het boek ‘Het Beste van Wynia’s Week 2020’. Met 46 hoofdstukken van 21 auteurs. Met tekeningen van Cortés en Ad Kolkman. 296 pagina’s. Prijs: 19,95.

Wie uiterlijk 22 november bestelt, krijgt een handgeschreven opdracht van Syp Wynia in het boek. Bestellen kan HIER.

Het bericht Valt er nog wat te kiezen in Nederland? verscheen eerst op Wynia's Week.

Ons mobieltje gaat verder dan het alziend oog van Orwell

14 nov

https://ift.tt/36xvBkU

George Orwell voorspelde in zijn boek ‘1984’ een toekomst waarin een dictatoriale staat al zijn onderdanen permanent observeert via teleschermen, die bij alle onderdanen in de huiskamer en op kantoor staan en alles zien en horen. In 2020 hebben we bijna allemaal een smartphone bij ons, waar we ook zijn. Ook de smartphone registreert alles wat we er op doen en weet precies waar we zijn. Is de smartphone een slimmere variant van Orwells telescherm?

Als we niet op onze smartphone kijken dan ligt hij wel binnen handbereik. We regelen bijna al onze contacten met de smartphone en typen, bellen, appen en e-mailen continu. De smartphone is onze agenda, weet wat we vandaag gaan doen, waar we heen gaan of moeten. En we kunnen foto’s en video’s maken, onze stem opnemen in spraakberichten. En we delen eindeloos onze mening, stemming en activiteiten op sociale media.

Iedereen een smartphone

De smartphone onthoudt naar welke internetpagina’s we surfen, wat we opzoeken in zoekmachines, welke apps we gebruiken. De GPS in de smartphone houdt permanent bij waar we zijn en waar we heen bewegen. Google Maps houdt bij welke routes we nemen en welke locaties we opzoeken. Daarnaast zend de smartphone permanent signalen uit aan andere apparaten: zendmasten, wifi-routers. Veel smartphones hebben gezichtsherkenningssoftware of een irisscan voor ontgrendeling.

Niet iedereen beseft dat de smartphone ook van alles doorgeeft. Zowel Android, het besturingssysteem van Google dat de meeste smartphones aanstuurt, als iOS van Apple zijn in staat min of meer alles wat op de smartphone gebeurt te monitoren en door te geven aan het moederbedrijf. Sterker nog, zoals Shoshana Zuboff beschrijft in ‘The Age of Surveillance Capitalism’, Android is speciaal ontworpen om data te verzamelen over gebruikers, onder andere via standaard geïnstalleerde apps als Google Maps, Gmail, YouTube en Google Search .

1984 als spookbeeld

1984 is in het politieke discours een vertrouwd spookbeeld, een waarschuwing hoe het niet moet. De vraag is of we er niet al bijna zijn. Orwell’s telescherm was een soort televisie, maar dan een die zowel informatie uitzond als opnames maakte. Onze smartphones zijn technisch al tot veel meer in staat. Orwell’s hoofdpersoon Winston Smith weet zich vanaf het moment dat hij opstaat in de gaten gehouden. Het telescherm in zijn huis maakt hem ’s ochtends wakker, houdt precies bij wat hij doet en voorziet hem van officieel goedgekeurde berichtgeving van de staat.

Ook op zijn werk staan teleschermen die minutieus bijhouden wat hij doet, wat hij zegt tegen collega’s en hoe zijn gezichtsuitdrukking staat. Winston Smith weet dat hij altijd moet oppassen wat hij zegt of doet, en dat hij zich altijd bewust moet zijn van zijn gezichtsuitdrukking. Het telescherm is een disciplineringsmiddel van de staat. Ergens is er een centrale meldkamer waarin de agenten van de staat alle onderdanen observeren om dissident of afwijkend gedrag te ontdekken.

De baas over onze smartphones?

Of techniek ons helpt of juist dwarszit hangt sterk af van de mate van controle die we er over hebben. Winston Smith kon de teleschermen in zijn huis of op kantoor niet uitschakelen of ontlopen. Wij kunnen onze smartphone wel wegleggen, uitzetten of niet meenemen. Gebruikers kunnen voor elke app de toegang tot de microfoon en de camera van het toestel uitschakelen. Toch is maar de vraag of de smartphone zich veel van onze instructies aantrekt. Apps kunnen op de achtergrond nog van alles doen en data verzamelen. Controle hebben over wat onze smartphones doen is – zeker omdat zeer weinig gebruikers de techniek en de werking ervan kunnen doorgronden – grotendeels een illusie.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Bovendien: wie kan nog voor langere tijd de smartphone wegleggen of niet gebruiken? Vrienden en familie verwachten dat we online en bereikbaar zijn. En in zakelijk verband kunnen weinig mensen zonder de smartphone-applicaties. De relatie tussen de aanbieder en gebruiker van de applicaties is ongelijk. Zoom is al bijna onmisbaar voor thuiswerkers en voor veel instellingen in het hoger onderwijs. Het bedrijf achter Zoom kan bijhouden welke gebruikers met welke andere gebruikers vergaderen en waarover. Het leidde zelfs al tot het blokkeren van Zoom-meetings die de gebruikersvoorwaarden zouden schenden. Opvallend genoeg waren daaronder ook meetings die als onderwerp hadden: censuur van politiek beladen bijeenkomsten door Zoom.

Stel dat uw smartphone doet wat iemand anders zegt

Uw smartphone gaat mee naar werk, vergaderingen en sportactiviteiten. Uw provider houdt gegevens bij – of kan deze terugvinden – over bel- en surfgedrag. En ook in Nederland moeten internetproviders onder de Wet Inlichtingen en Veiligheid meewerken aan verzoeken van politie- en inlichtingendiensten om gegevens af te staan. Berichtenservice WhatsApp – eigendom van Facebook – biedt versleuteling aan van berichtenverkeer, waardoor de inhoud van berichten niet leesbaar is als derden deze onderscheppen. Zoals Kamerlid Kees Verhoeven van D66 onlangs tweette, de ministerraad van de Europese Unie nam onlangs een resolutie aan om deze end-to-end versleuteling (E2EE) te verbieden.

Politiediensten of inlichtingendiensten maken al dankbaar gebruik van locatiegegevens van smartphones om vast te stellen wie zich waar bevindt, bijvoorbeeld rond Schiphol of andere potentiële doelwitten van terroristen. Of om te zien wie er aan demonstraties deelneemt. En wat als ze van de rechter toestemming krijgen uw smartphone te hacken? Natuurlijk, in Nederland is daar gerede verdenking en gerechtelijke bevelen voor nodig. Maar onder de WIV mogen veiligheidsdiensten heel veel op bevel van hun eigen minister doen, al hebben journalisten en advocaten wat meer bescherming.

En wat als politie en andere diensten besluiten zonder toestemming datagebruik van uw smartphone te gaan verzamelen? Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten wisselen graag gegevens uit met hun Amerikaanse tegenhangers. Google en Apple zijn niet echt in de positie te weigeren als het om een verzoek van de Amerikaanse overheid gaat. Niet voor niets gebruiken criminelen meestal peperdure versleutelde telefoons – voorzien van versleutelde chatprogramma’s – die ze regelmatig vervangen.

Privé gedragingen

In een grijs verleden installeerden veiligheidsdiensten microfoons in vaste telefoontoestellen. Dat hoeft niet meer. Een smartphone kan – indien gehacked – instructies krijgen mee te luisteren en kijken en gegevens door te sturen. Uw smartphone bevindt zich doorgaans vlakbij u in uw woonkamer en slaapkamer. Autoriteiten kunnen – desnoods met onder de WIV verplichte medewerking van de provider – gewoon meeluisteren. Google en Apple luisteren soms toch al mee, zo blijkt uit het opnemen van gespreksfragmenten door Google Puur en alleen gebruikt voor scherpstellen van de voice response-functie van de Google assistent, zo bezweert Google ons.

Online dating, privé-filmpjes, vragen aan applicaties als Google assistent, ingesproken berichten op de voicerecorder, dicteren van tekst in Microsoft Word, de selfie-camera op uw smartphone. Het genereert data die opgeslagen staan op uw telefoon en die data zijn er af te halen. Commerciële partijen bieden al spyware te koop aan waarmee ouders ongemerkt kunnen meekijken met de chats van hun kinderen op dating-site Tinder. Kwaadwillende actoren zijn natuurlijk prima in staat spyware te verbergen in websites en apps die gokken, seks en drugs aanbieden. En er zijn altijd politici, gezagsdragers en mensen in gevoelige beroepen zich daarmee chantabel maken.

In China is het al gangbaar dat software gedragingen en emoties in de openbare ruimte – kantoren, scholen – registreert, gezichtsuitdrukkingen monitort, micro-expressies en oogopslag bijhoudt. Dat soort software installeert u hier alleen vrijwillig. Voorlopig althans, want voor u het weet is het een feature van veelgebruikte apps en draait het ongezien op de achtergrond mee.

Opsporing verzocht

Veel mensen hebben aan hun smartphone hun vingerafdruk toevertrouwd – om het apparaat te ontgrendelen – en hun identiteitskaart of paspoort ingescand om het Digid te kunnen gebruiken. Allemaal prachtig, zolang deze gegevens alleen benaderbaar zijn voor het doel waarvoor u ze als gebruiker afgeeft. Maar ook dan is nog de vraag welke instanties in welke gevallen deze gegevens kunnen en mogen inzien.

Stemgeluid is uniek. Een vingerafdruk ook. Irisscans ook. Gezichtsherkenningssoftware ontwikkelt zich snel. Onze smartphones zijn in staat deze gegevens te verzamelen en te bundelen. Kennen straks meerdere app-leveranciers uw biometrische gegevens? Google, Apple of wie dan ook kunnen deze gegevens in theorie allemaal opslaan, koppelen en gebruiken voor identificatie. En wat doet dit voor het gemak waarmee instanties mensen kunnen opsporen? In een rechtstaat is dat in elk geval nog met waarborgen omgeven, maar mensen reizen ook – met smartphone en al – naar landen met minder waarborgen.

Politieke profilering

Het is voor Amazon kinderspel om te verzamelen wat u op uw smartphone op Kindle leest, voor Google om vast te stellen wat u op YouTube kijkt en via Gmail de wereld in stuurt, voor Facebook om uw tijdlijn, likes en uitwisselingen met uw vriendkring bij te houden. Waar iemand politiek staat is op basis van zijn zoekgeschiedenis, likes en browse-geschiedenis redelijk goed in te schatten. In elk geval verraad het interessegebieden en de mate van politiek bewustzijn. Facebook maakte ooit een analyse welke facebookgebruikers in Rusland interesse zouden hebben hun land te verraden. Wat zou er gebeuren als zo’n lijst bij de Russische veiligheidsdiensten terecht komt?

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Big Tech is maar al te graag bereid informatie te delen met allerlei regeringen wereldwijd. Freedom House constateerde in 2019 in een rapport getiteld ’the crisis in social media’ dat regeringen wereldwijd 90 procent van de internetgebruikers actief monitoren. En dat dit zich niet beperkt tot dictaturen als China. Wie naar de VS vliegt krijgt te maken met een social media achtergrondonderzoek en in het Verenigd Koninkrijk monitorde de politie alleen al in London 9.000 politieke activisten van allerlei achtergronden  via geolocatie-tracking en ‘sentiment analyse’. Op basis van data bijeengeschraapt van Facebook, Twitter en andere platforms.

Facebook wordt wereldwijd door regeringen gebruikt om aankondigingen van demonstraties, protest en potentiële opstandigheid van verre te zien aankomen. En om de stemming onder de bevolking te monitoren. Waarbij het vooral gaat om het uitfilteren van potentiële ‘lastpakken’ en ‘radicalen’. Kortom, de social media zijn het perfect spionage-instrument voor machthebbers, maar dan door onszelf collectief vormgegeven.

Cyberveiligheidsdeskundige Arjen Kamphuis zei in 2017 – één jaar voordat hij in Noorwegen vermist werd – dat het bestaan van massasurveillance mensen gedwee en uiteindelijk voorzichtig maakt in het geven van hun mening. Al beseft niet iedereen hoe die surveillance plaatsvind, de wetenschap dat erg veel persoonlijke informatie niet meer echt privé is beïnvloed mensen. In plaats van er tegenin te gaan en op te komen voor het recht op privacy ondergaat men het gelaten en hoopt men op welwillendheid van autoriteiten. Kamphuis gaf het voorbeeld van gebruikers die geen VPN software of Tor-browsers willen gebruiken om hun browsegedrag te anonimiseren omdat ze bang zijn dat overheidsdiensten dat verdacht vinden.

Van collectieve naar individuele observatie

In Orwells wereld van 1984 heerst angst, verbergen mensen gevoelens, kijkt de staat openlijk en zichtbaar mee en bestookt de staat zijn onderdanen met voorgeschreven informatie. Uniformiteit en discipline staan voorop. Het Alziend Oog bestaat in de vorm van een centrale meldkamer die alle burgers in de gaten houdt. De disciplinering door angst zorgt ervoor dat geen onderdaan meer iets durft te ondernemen tegen de almachtige staat.

In onze dagelijkse werkelijkheid geven we via onze smartphone op vrijwillige basis continu persoonlijke informatie door, geven we een groot deel van onze gevoelens prijs, laten we ons (vaak vrij dwingend) informeren via onze eigen bubble en staan afzondering en conformeren voorop. In plaats van een centrale meldkamer van de Staat is er dataopslag en surveillance door Big Tech. De afhankelijkheid van de eigen smartphone sust burgers in slaap en voorkomt dat mensen elkaar in het echt ontmoeten, waardoor collectieve actie minder makkelijk valt te organiseren.  

Collectieve surveillance

Naast angst voor surveillance door autoriteiten via het de smartphone bestaat een andere vorm van in de gaten houden: de collectieve surveillance online op sociale media. Waar alles en iedereen elkaar de maat neemt en labelt. Waar alsmaar striktere spraakcodes ontstaan en een opiniepolitie actief is. Waar oude tweets en berichten uit het niets opduiken om mensen mee zwart te maken. En waar zich een scheiding in twee kampen die elkaar fanatiek bestrijden aftekent: de ‘Deugmensen’ tegen de ‘Populisten’.

Dit Alziend Oog van de sociale media heeft overal Inoffizielle Mitarbeiter, de term die de Oost-Duitse geheime dienst Stasi hanteerde voor burgers die andere burgers in de gaten hielden. Iedereen kan zijn vrienden, buren en kennissen aangeven op sociale media. Het is een telescherm zonder centrale meldkamer van de Staat maar met een collectieve meld- en ondervragingskamer. Weinig ontsnapt aan de aandacht van dit Alziend Oog. Een uitspraak, een retweet of een gedeelde link kunnen de trigger zijn om een publiek tribunaal op gang te brengen.

Zelfcensuur

Daarbij komt de wildgroei aan sociale media codes op werkplekken en onderwijsinstellingen. ‘Pas op, het ligt gevoelig in jouw positie’ is een veelgehoord advies. Hoe lager in de organisatie een medewerker staat, hoe dwingender dat advies van de werkgever meestal is. Dat bemoeienis van werkgevers en onderwijsinstellingen met de uitingsvrijheid van personeel en studenten tegen de geest van de grondwet ingaat dringt amper nog door.

Stel dat in de eerste helft van de 19e eeuw Nederlanders met een opleiding (leraren, vakbondsleiders, ambtenaren en juristen) ook niets ‘gevoeligs’ hadden gezegd en gevonden van de toenmalige machtsverhoudingen. Hadden we dan ooit een beweging richting democratie gekend in Nederland?

Onzekerheid versterkt zelfcensuur. Als mensen weten dat wat ze online doen in de gaten loopt maar het tegelijk het onduidelijk is welk soort uitingen precies tot problemen kan leiden. Mensen nemen het zekere voor het onzekere en passen hun gedrag online aan als ze angst ervaren om hun mening te uiten. Burgers veranderen dan in pratende robots die voor het telescherm een show opvoeren en hun gezicht in de plooi houden.

Leven in een vissenkom?

We leven onder vrijwel permanente observatie van bedrijven als Google, Facebook en Apple. Ja, er zijn waarborgen en wetten en privacy-regels. Maar zelf zijn wij niet in staat te verifiëren of Big Tech zich daar aan houdt. Wel weten we op basis van hun gedrag uit het verleden dat ze de grens graag oprekken.

Overheden zouden Big Tech aan banden kunnen leggen. Maar overheden werpen ook een begerig oog op al die informatie in de datapakhuizen van Big Tech. Nu zijn het 9000 activisten in Londen, straks zijn er wellicht meer categorieën ‘lastpakken’ die via de smartphone op de radar komen. De teleschermen van nu zijn mobiel, geïndividualiseerd en vele malen geavanceerder dan Orwell kon voorzien. Maar het basisprincipe had hij perfect beschreven.

Het bericht Ons mobieltje gaat verder dan het alziend oog van Orwell verscheen eerst op Wynia's Week.

Nieuw: ‘Het Beste van Wynia’s Week 2020’

14 nov

https://ift.tt/3kvdDVd

Het jaar 2020 begon argeloos, maar het werd een kanteljaar. Wynia’s Week volgde het turbulente jaar op de voet. In het nieuwe boek Het Beste uit Wynia’s Week 2020 staan de meest spraakmakende stukken van zowel bekende schrijvers als Eduard Bomhoff, Piet Emmer, Chris Rutenfrans, Syp Wynia en Theodore Dalrymple als van aan­komende auteurs als Sujet Shams, Wouter Roorda en Coen de Jong. Tekeningen van Cortés en Ad Kolkman. Het boek bevat 47 hoofdstukken, 296 pagina’s. De prijs bedraagt 19,95.

Nu al voor te bestellen!

‘Het Beste van Wynia’s Week 2020’ verschijnt op maandag 23 november 2020, maar kan nu al worden besteld. Wie voor 22 november bestelt, krijgt een exemplaar met daarin een handgeschreven opdracht van Syp Wynia.

Bestellen kan HIER

Het bericht Nieuw: ‘Het Beste van Wynia’s Week 2020’ verscheen eerst op Wynia's Week.

Taboe in het kwadraat: bevolkingsgroei is vooral een ‘zwart’ Afrikaans probleem

14 nov

https://ift.tt/35ssNX2

Weinig onderwerpen zijn zo gepolitiseerd als overbevolking. Alles wat zich progressief noemt, maakt zich grote zorgen over klimaatverandering en aantasting van de natuur, maar wie aankaart dat elk jaar 82 miljoen mensen extra op deze aarde daar ook wat mee te maken heeft, wordt uitgekreten voor xenofoob, klimaatontkenner en racist.

Het politiek correcte credo is, dat bevolkingsgroei geen probleem is, en bovendien een probleem dat zichzelf oplost. Men verwijst dan graag naar TED-talk statisticus Hans Rosling, die liet zien dat de groei van de wereldbevolking nu al een stuk minder is dan in de jaren zeventig, en nog steeds daalt. Klopt, maar dat is de groei als percentage van de steeds groter wordende wereldbevolking.  Als je gewoon telt hoeveel aardbewoners er bij komen, is dat al sinds 1960 een opmerkelijk stabiele 82 miljoen mensen per jaar.

Die 82 miljoen mensen wens je ook een menswaardig bestaan toe, toch? Ook die mensen hebben recht op eten, scholing, gezondheidszorg, een dak boven hun hoofd en werk waarmee ze iets meer dan het overlevingsminimum verdienen. Dat vinden linkse klimaatactivisten echter niet, althans als je hun voornaamste argument serieus neemt waarom bevolkingsgroei niets met klimaatverandering te maken zou hebben. 

De rijken hebben het gedaan

Actuele rechtvaardiging voor die stelling komt van Oxfam Novib, dat in september het rapport Confronting Carbon Inequality uitbracht. De bevinding die alle koppen haalde, was dat de rijkste 1% van de wereldbevolking twee keer zo veel CO2 uitstoot als de armste 50%.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

De redenatie is nu, dat bevolkingsgroei bijna alleen nog maar in arme landen plaatsvindt, dus in de armste 50% van de wereldbevolking. Daar hebben mensen zo’n lage ‘voetafdruk’ per persoon, dat zelfs een verdubbeling van dat bevolkingsdeel in 2050, mondiaal gezien, nauwelijks iets uit zal maken. Het aanpakken van die 1% met zijn flagrante overuitstoot is dus veel urgenter.

Die overconsumptie van de rijkste 1% kun je moreel verwerpelijk vinden, maar die maakt het grote verschil niet. Want die stoten 15% van alle CO2 uit, tegen 7% door de armste 50%. Dus: de 49% van de wereldbevolking die daar ergens tussenin zit, stoot 78% van alle CO2 uit.

De bulk van het CO2-uitstootprobleem zit dus in die 49%. Dat zijn wij, de modale westerling, maar ook de middenklasse in landen als China, India, Brazilië en Indonesië, die getalsmatig al veel groter is dan de middenklasse in Europa en de VS.

Armen worden ook middenklasse

Het is niet realistisch om te denken dat bevolkingsgroei de komende vijftig jaar alleen zal plaatsvinden in de armste 50%. Altijd als landen zich economisch ontwikkelen, migreren grote delen van de arme bevolking de middenklasse in, met bijbehorende voetafdruk.

‘Progressieven’ zouden niet eens moeten willen dat het anders is. Excessieve bevolkingsgroei is immers alleen geen CO2-probleem als je aanneemt dat de aarde, in plaats van nu 3,9 miljard straatarme boeren en sloppenwijkbewoners, in 2050 een kleine 6 miljard straatarme boeren en sloppenwijkbewoners telt, paupers die dat ook hun hele leven moeten blijven. Alleen dan parkeer je de mondiale bevolkingsgroei bijna uitstootvrij in die onderste 50%.

Het bagatelliseren van excessieve bevolkingsgroei door die te verbannen naar een abstracte, mondiale categorie paupers, negeert ook, dat voortplanting momenteel bijna net zo ongelijk verdeeld is over de wereld als CO2-uitstoot. In grote delen van de wereld, zoals Europa, de VS en Japan, is het aantal kinderen per vrouw gedaald tot ver onder het vervangingsniveau van 2,1, zodat hun autochtone bevolkingen al afnemen, of dat snel zullen gaan doen. Dat de wereldbevolking netto nog steeds groeit, komt door een beperkt aantal landen met grote geboorteoverschotten.

Voorlopig zal India nog een van de grootste groeiers blijven, maar volgens VN-prognoses zet Afrika ten zuiden van de Sahara tot 2050 ruim de helft van alle extra mensen op de wereld, en tot 2100 zelfs tachtig procent. De spectaculairste groeier is Nigeria: als de modellen kloppen, stijgt de bevolking daar van 200 miljoen nu naar 800 miljoen in 2100.

Klimaat de schuld van het westen

Het politiek correcte credo houdt ook in, dat klimaatverandering de schuld van het Westen is (hoewel dat al geruime tijd niet meer de grootste CO2-uitstoter is). Omdat de bevolking in het Westen niet meer groeit – alleen daarbuiten – mag bevolkingsgroei dus niet ongunstig zijn voor het klimaat, want dat zou afdoen aan de schuld van het Westen.

Het feit dat vooral ‘zwart’ Afrika de rest van deze eeuw gaat zorgen voor de mondiale bevolkingsgroei legt een taboe in het kwadraat op het erkennen van dit probleem. Dit zou namelijk neerkomen op witte klimaatactivisten die zwarte Afrikanen gaan vertellen dat zij minder kinderen moeten krijgen.

Sub-Sahara Afrika gaat richting ramp

En zo stevent Afrika ten zuiden van de Sahara af op een bevolkingscatastrofe: de komende dertig jaar een miljard inwoners erbij, en tot 2100 nog eens anderhalf miljard. Vergeet desgewenst die extra CO2-uitstoot, en kijk wat excessieve bevolkingsgroei aanricht in het land zelf: de vernietiging van de natuur, het uitdijen van de sloppenwijken, de milieuvervuiling, het uitputten van grondstoffen, wat weer de kans vergroot op epidemieën, massale migratiestromen, conflicten om land en stammenstrijd tot genocide aan toe.  

Maar het continent dat nu al, ondanks alle internationale hulp, het slechtst in staat is om zijn inwoners een menswaardig bestaan te bieden, mag niet met de neus op de feiten gedrukt worden, want dan ben je een racist.

Het bericht Taboe in het kwadraat: bevolkingsgroei is vooral een ‘zwart’ Afrikaans probleem verscheen eerst op Wynia's Week.

Wie herinnert zich Greta Thunberg?

14 nov

https://ift.tt/3nrkqAW

Eén les waarover we het na covid-19 eens moeten zijn, is dat global warming niet de enige dreiging is. Dit zijn de vier actuele ruiters van de Apocalyps waar het laatste boek van de Bijbel over schrijft:

1. Besmettelijke ziektes zoals covid-19
2. Een terroristische aanval met vuil nucleair materiaal
3. Global warming
4. Een meteoriet die op de aarde afkomt

Vele jaren stond de dreiging van een atoomoorlog in deze lijst van mondiale tragedies,  maar sinds ‘9-11’ lijkt vuil nucleair materiaal in de Londense City of in Wall Street een groter gevaar dan nucleaire actie tussen staten.

Dit jaar dreigt wellicht Chinese actie tegen Taiwan, omdat China na alle acties in Hong Kong wil tonen dat Taiwan niet mag hopen op een heel andere toekomst – maar dan gaat het om schending van het luchtruim of neerhalen van gevechtsvliegtuigen, niet om een volledige oorlog. Taiwan wordt dan de eerste test van de China-politiek van Biden, maar een nucleaire oorlog tussen China en het Westen lijkt ver weg.

Bangladesh moet eerst nog aan de steenkool

Om een terroristische aanval in de kiem te smoren, kunnen veiligheidsdiensten samenwerken en dat is nog makkelijker geworden door de nauwere banden tussen Israël en de Emiraten. Zo ook kunnen wetenschappers en technici samenwerken tegen de dreiging van een meteoriet. Global warming is in deze lijst van dreigingen speciaal omdat samenwerking tussen landen veel moeilijker is.

Nederland is rijk genoeg om actie te ondernemen, maar Bangladesh moet eerst met goedkope steenkool welvarender worden om de jaarlijkse overstromingen beter het hoofd te kunnen bieden. En van elk miljard dat Nederland inzet tegen global warming lekt 99,7 procent weg naar andere landen die zo profiteren van Nederlandse offervaardigheid.

Klimaatactivisten kennen maar één probleem

Greta Thunberg hield haar boze boodschap eenvoudig. Geen afweging tegen  andere problemen als armoede, ongelijkheid, kindersterfte, malaria,  geen begrip voor de prioriteiten van Bangladesh en andere arme landen, en geen zicht op kosten en baten van haar extreme eisen. We weten niet of ze na haar school terugkeert in het debat, maar vanwege al die zelf opgelegde restricties lijkt een grote nieuwe rol niet waarschijnlijk. Maar op één  belangrijk punt is de schade geschied: veel van Greta Thunberg’s aanhangers delen haar  absolute afwijzing van nucleaire energie. Westerse politici zijn nu zó bang om ruimte te maken voor het goedkeuren van nieuwe kerncentrales, dat  China en Rusland  de meest actuele ervaring hebben met het bouwen van kerncentrales.

Klimaatliefhebbers hebben er geen geld voor over

Dezelfde Amerikanen die enthousiast zijn over de Green New Deal van Greta Thunberg en haar volgers laten in opinieonderzoek weten dat ze maximaal 20 euro per jaar willen offeren voor het klimaat. In Europa is de offerbereidheid  misschien hoger, maar lang niet genoeg voor de kosten van het geforceerd verminderen van fossiele brandstoffen. Die worden voor de Europese Unie geschat op 5-10 procent van de economie.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Er zijn andere dure tegenvallers vanwege covid-19  die we niet kunnen verstoppen.  Premies voor de ziektekosten gaan scherp omhoog. En Nederland heeft veel minder IC-bedden dan gemiddeld in Europa. Met een investering in 900 extra IC-bedden komen wij tenminste weer op het gemiddelde, maar dat kost ook geld en het opleiden en vasthouden van verpleegkundigen nog veel meer. De ambtenaren hebben hun salarisverbetering gekregen van het kabinet; salarisclaims voor de zorg gaan de politici zeker ook honoreren.

Wie niet thuis kan werken is slecht af

Het belangrijkste  economische nieuws van covid-19 is dat een grote groep werknemers opeens extra kwetsbaar bleek. Werkers in horeca, transport en detailhandel mochten hopen dat hun baan niet zou worden verwoest door IT en globalisering, maar toen kwam covid-19. In de zorg stijgt ondertussen de vraag naar arbeid, maar het werk komt met grote risico’s en vraagt extra offers.

Mensen zoals ik, die veilig van huis uit kunnen werken en dus ook makkelijker kunnen zorgen voor hun kinderen, zouden een offer moeten brengen voor landgenoten in de horeca, het transport, de detailhandel en de zorg. Die solidariteit kan blijken uit een bijdrage van de hogere inkomens aan de salarissen in de zorg en aan omscholing in de andere sectoren. 2021 zou het jaar moeten worden van een overdracht van de hoger betaalde thuiswerkers naar hun harder getroffen landgenoten.

Klimaatbeleid moet nu delen met andere problemen

Actie tegen global warming blijft daarnaast ook nodig, en we zouden William Nordhaus (de enige milieu-specialist met een Nobelprijs in de economie) nu kunnen volgen in zijn pleidooi voor een club van landen die allemaal 40-50 euro per ton CO2 heffen en tegelijk de invoer belasten van landen die geen lid van die club willen worden. Zo’n  grote stap is zinvol en boogt op consensus onder deskundigen.

Tel het bij elkaar op: meer IC bedden, stuctureel hoger loon in de zorgsector, geld voor omscholing van werklozen in horeca, transport en detailhandel, en lidmaatschap van de club van landen die een CO2 heffing doorzet. Dat is een mooie,  volle  agenda, met meer kans op succes wanneer we Greta Thunberg’s extreme voorstellen opzij leggen.

Met alle zorgen en armoede door covid-19 is dit geen goed moment voor verkiezingsprogramma’s die nóg  hogere kosten van energie accepteren. Als nu maar het Centraal Planbureau de rug recht houdt en duidelijk verklaart dat hogere lasten op energie slecht zijn voor het economisch herstel  dan kunnen de politici een bredere agenda promoten die beter past bij het jaar van covid-19.

Het bericht Wie herinnert zich Greta Thunberg? verscheen eerst op Wynia's Week.

Eindigt het neoliberalisme in 2020 (of heeft het nooit bestaan)?

14 nov

https://ift.tt/3kDQHmV

CDA-lijsttrekker Hugo de Jonge meende in september jl. dat 2020 kan worden gekarakteriseerd als het jaar waarin het ‘einde van het neoliberalisme’ werd ingeluid. Vóór hem beweerden tal van linkse publicisten reeds dat de corona-crisis te wijten zou zijn aan het ‘neoliberalisme’. Allerlei andere kwalen worden eveneens aan dit kennelijk duistere verschijnsel toegeschreven: van ‘doorgeschoten marktwerking’ tot de verstrengeling van big business met de overheid, van deregulering tot toegenomen regeldruk, enzovoort, enzovoort.

Tegenstrijdigheden

De kleine bovenstaande greep uit verschijnselen waar dit ‘neoliberalisme’ voor verantwoordelijk wordt gehouden, toont al iets vreemds aan: het zijn tegenstrijdige zaken. ‘Neoliberalisme’ moet, om één voorbeeld te nemen, óf achter deregulering zitten óf achter toegenomen regeldruk; het kan niet allebei waar zijn. In veruit de meeste gevallen waar aan het adres van het ‘neoliberalisme’ verwijten worden gemaakt, verzuimt degene die de beschuldiging uitspreekt de term te omschrijven.

Op die manier kan er van alles en nog wat onder worden geschaard. En dat is precies wat gebeurt. ‘Neoliberalisme’ is geen variant van het liberalisme. Het is een scheldwoord, dat vooral in linkse kringen wordt gebezigd voor allerlei zaken waaraan men daar een hekel heeft. Er zitten verschijnselen bij waar ook liberalen zo hun bedenkingen over hebben. Andere door de linkse critici gehekelde verschijnselen worden door liberalen positiever beoordeeld. Maar het heeft weinig zin de hele hutspot onder de noemer ‘neoliberalisme’ te bespreken.

Niemand is ‘neoliberaal’

Er is nog iets merkwaardigs met dit ‘neoliberalisme’ aan de hand. Van elke politieke stroming zijn er vertegenwoordigers te noemen. Nu vallen er ook wel eens namen van vermeende ‘neoliberalen’. Maar niemand noemt zichzelf ‘neoliberaal’. Tekenend is een debat dat op 6 oktober in de Tweede Kamer plaatsvond tussen SP-Kamerlid Ronald van Raak en minister-president Mark Rutte. Van Raak noemde Rutte ‘een icoon van het neoliberalisme’. Waarop Rutte antwoordde dat hij dit ‘neoliberalisme’ niet kende. ‘Ik ben blij dat ik daar niet toe behoor, want het klinkt vreselijk eng als ik het hoor van de heer Van Raak. Maar ik ben dan ook liberaal’.

Waar komt de term dan vandaan?

Als niemand zich nu ‘neoliberaal’ noemt en ook niet duidelijk is wat het inhoudt, waar komt het verschijnsel dan vandaan? Kort na de Tweede Wereldoorlog was er een groep liberalen die een soort derde weg zocht tussen een liberale en een planeconomie. Onder hen heeft een enkeling wel eens met de naam neoliberaal gespeeld. Het was echter geen algemeen aanvaarde benaming. De economen uit deze groep wilden zeker niet alles aan de markt overlaten. Integendeel, zij wilden de markt ordenen, om er de ‘scherpe kantjes’ van af te slijpen. De meest passende benaming is die van de Duitse variant: ‘Ordo-liberalismus’. Het is een variant die linkse mensen eigenlijk als muziek in de oren zou moeten klinken.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

In de jaren tachtig werd de term neoliberaal’ aan de uiterst linkerzijde opgegraven om concurrenten te belasteren. In Nederland introduceerde toenmalig SP-leider Jan Marijnissen de term in de politiek. Zijn opzet was de PvdA – die op dat moment bezig was haar ideologische veren van zich af te schudden en een ‘derde weg’ in te slaan – in de beklaagdenbank te zetten. Sociaaldemocraten en andere linkse politici namen de term later zelf over als scheldwoord voor zaken die zij op hun beurt weer verafschuwden. Aldus maakte het scheldwoord school, tot uiteindelijk in de huidige CDA-top toe. Maar een verzinsel wordt niet waar door het te herhalen.

Vergeet ‘neoliberalisme’

Hoe bizar de beweringen over het ‘neoliberalisme’ nogal eens zijn blijkt bijvoorbeeld uit de linkse claim dat het verschijnsel schuld zou dragen aan de huidige corona-pandemie. Het virus ontstond echter niet in een (neo)liberaal land maar in de grootste communistische dictatuur: China. Dat dit regime de klokkenluiders uit Wuhan vervolgde in plaats van meteen het virus te bestrijden, heeft de wereld in de pandemie-ellende gestort.

‘Neoliberalisme’ bestaat al met al niet, behalve als scheldwoord. Degenen die de term toch in de mond nemen, geven er of blijk van dat zij niet weten waarover zij spreken of hebben kwade bedoelingen. In beide gevallen verdienen de beweringen over het ‘neoliberalisme’ het niet serieus te worden genomen.

De vermeende ‘vermarkting’ van onze samenleving

Keren we terug naar het echte liberalisme. Liberalen staan een vrije markt voor. En in veel beschuldigingen aan het adres van het (niet-bestaande) ‘neoliberalisme’ klinkt de zorg door dat tegenwoordig alles maar wordt ‘vermarkt’. Soms vermengd met klachten over het grote bedrijfsleven, de macht van multinationals zoals de ‘big tech’. Wat vinden liberalen daarvan?

Over de vraag op welke terreinen marktwerking al dan niet heilzaam is, verschillen liberalen – net als de meeste andere politieke stromingen – van mening. Maar de bewering dat ‘alles’ tegenwoordig maar aan de markt wordt overgelaten, is overduidelijk in strijd met de feiten. Reeds voor de corona-crisis besloeg de collectieve sector in de meeste Westerse landen 40-50% van de economie. Dit aandeel is als gevolg van de pandemie alleen maar verder gegroeid. Indien er zaken in de economie mis gaan is het zeker goed te bezien of en in hoeverre de markt faalt, maar evenzeer moet worden bekeken of de oorzaak van de problemen juist niet in de staatsinmenging is gelegen.

Liberalen en de vrije markt

Waarom hebben liberalen in beginsel een voorkeur voor de vrije markt? Dat is zeker niet omdat zij zo houden van grote ondernemingen. Adam Smith, de grondlegger van de liberale economie, was zelfs helemaal niet zo positief over de motieven van ondernemers in het algemeen. Nog minder wanneer zij de koppen bij elkaar staken: daarin zag hij ‘een samenzwering tegen het publiek’.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Een werkelijk vrije markt is voor ons allemaal het beste. Ten principale is dat het geval omdat iedere burger er vrije keuzes kan maken, zijn of haar eigen wensen kan volgen. Die vrije markt moet dan wel openstaan voor nieuwkomers. Alleen bij voldoende concurrentie zullen ondernemers zich genoodzaakt voelen een zo goed mogelijk product tegen een zo laag mogelijke prijs te bieden. En worden zowel bestaande als nieuwe bedrijven geprikkeld tot innovaties.

Grote ondernemingen zijn niet altijd vrienden van de vrije markt

Gevestigde ondernemingen die een groot marktaandeel hebben gedragen zich lang niet altijd als vrienden van de vrije markt. Zulke ondernemingen proberen vaak bij overheden voordeeltjes te bedingen, of zij verlangen protectionistische maatregelen om concurrenten te weren. Daarnaast kopen zij vaak succesvolle innovatieve concurrenten op.

De overheid heeft een rol om de markt daadwerkelijk open te houden. Dit is één van de taken die zij als marktmeester heeft. Zij dient te letten op de regels van het spel – van het bewaken van eigendomsrechten en de naleving van contracten tot aan het tegengaan van kartelvorming en belastingontwijking – waar mogelijk zonder zelf partij op de markt te worden. De staat dient een onpartijdige scheidsrechter te zijn, niet zelf mee te gaan voetballen.

Vrijhandel

Hoe meer handel ook onbelemmerd – afgezien van vereisten rond bijvoorbeeld voedselveiligheid – over landsgrenzen heen kan gaan, des te optimaler een vrije markt werkt. Niet enkel als middel voor ondernemingen om winst te maken, en op die manier onze welvaart te vergroten, maar bovenal omdat de consument aldus het beste wordt bediend. De goederen en diensten waaruit hij kan kiezen worden er betaalbaarder, beter en diverser van. Vrijhandel heeft voorts wereldwijd bijgedragen aan een hogere welvaart.

Bij alle verschillen die liberalen onderling kunnen hebben, is hun voorkeur voor vrijhandel vrijwel altijd een verbindende factor geweest. Zoals de vrije markt de uiting op economisch gebied is van hun algehele verlangen dat individuen hun eigen keuzes kunnen maken, zo is vrijhandel de uiting van de universele geldigheid van liberale waarden. Mooi meegenomen dat dit aan zoveel mogelijk mensen profijt brengt.

Het bericht Eindigt het neoliberalisme in 2020 (of heeft het nooit bestaan)? verscheen eerst op Wynia's Week.

Kamerleden GroenLinks hebben niets te vertellen

14 nov

https://ift.tt/35snFC6

Ik ben dol op profielen. Vooral van burgemeesters en Kamerleden. Als ik me wat slapjes voel of een beetje gedeprimeerd ben, wil ik nog wel eens een paar profielen ter hand nemen. Niets beurt me zo op als de beschrijving van de ideale mens die desalniettemin of juist daardoor zo gewoon is gebleven. Laatst overwon ik nog een kater van jewelste dankzij de zinsnede ‘is een alleskunner die altijd wil bijleren.’

Hoe waardevol een profiel in de praktijk is, liet GroenLinks deze week zien toen Jesse Klaver zijn team voor veranderingen 2021 presenteerde, de voorlopige kandidatenlijst voor de Tweede Kamerfractie.

Het gebeurde vanwege corona niet tijdens een meet up in een hippe omgeving met veel smachtende witte meisjes, maar gedurende een online sessie. Voor Jesse, het bühnebeest van links, geen probleem. Hij houdt van de camera, de camera houdt van hem en hij houdt van zichzelf, dus werd het een klaterende show. De superlatieven dwarrelden als herfstbladeren in de wind. De ene kandidaat bleek nog geweldiger dan de ander. Nederland moet anders en dat gaat nu helemaal lukken.

Was opschorting een optie?

Volgend jaar maart zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. Dat is meer dan een administratieve mededeling, want kortgeleden suggereerde de minister van Binnenlandse Zaken, Kasja Ollongren, nog het omgekeerde. Dat wil zeggen, ze liet weten dat er ‘op dit moment’ geen enkele aanleiding was om te veronderstellen dat de verkiezingen niet georganiseerd zouden kunnen worden.

Dat is natuurlijk een rare tekst, want als ministers gaan melden wat er op enig moment niet gaat gebeuren, kunnen ze wel aan de gang blijven. Kennelijk dacht de minister wel degelijk na over het opschorten van de verkiezingen vanwege de coronapandemie.

Het is niet niks als je zoiets overweegt, dus sprongen parlement en media er bovenop. Regeringsgetrouwe commentatoren – en dat zijn er veel in de hedendaagse mainstream media – probeerden nog olie op de golven te gooien, maar dat hielp niet erg.

Niet zo vreemd. Deze minister heeft niet de naam een rasdemocraat te zijn en dat ligt niet alleen aan het enthousiasme waarmee ze het raadgevend referendum de nek omdraaide.

Zo democratisch zijn we hier nou ook weer niet

Komt bij dat ons land wel wat vlekken op zijn democratische blazoen heeft. Het mag even geleden zijn, maar Nederland was een van de laatste Europese landen die na WOII het door de bezetter verjaagde parlement in ere herstelde en nog later de eerste naoorlogse verkiezingen organiseerde.

Inmiddels is de rust weergekeerd, de verkiezingen gaan door. Mogelijk zelfs drie dagen achter elkaar, van het ene naar het andere uiterste.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

GroenLinks is er helemaal klaar voor. De partij kiest voor jong en vrouw, schreven de media, implicerend dat Jesse weer eens iets heel progressiefs had gedaan. Maar dat valt wel mee. Op de eerste twintig plekken staan negen mannen en elf vrouwen (als ik deze binaire rubricering mag gebruiken). Van hen zijn er zes ouder dan vijftig. Aan de andere kant van het spectrum zit iemand van halverwege de twintig. De rest zit tussen de dertig en de veertig.

Afspiegelingslijsten

Laten de verhoudingen bij het CDA, een partij die niet kan tippen aan het trendy imago van GroenLinks, nou vrijwel gelijk zijn: dertien mannen, zeven vrouwen, zes vijftigplussers, een twintiger en de overigen tussen de dertig en de veertig.

En ja, het roomwitte GroenLinks wist vijf mensen ‘van kleur’ op de lijst te krijgen, het CDA slechts één. Ze zullen er wel erg trots op zijn, maar inhoudelijk is het koekoek-eenzang: allemaal randstedelingen, opgegroeid in de gesubsidieerde sector en het actiewezen. Het CDA is met zijn regionale en sociaaleconomische spreiding aanzienlijk diverser.

Maar goed, Jesse Klaver is trots en dat mag hij zijn. Al die supertalenten en powerhouses, hoe krijg je ze bij elkaar! Door dat profiel, denkt u natuurlijk. Dat moet wel heel goed in elkaar zitten.

‘Authentiek, bevlogen’

Als liefhebber en kenner van profielen kan ik zeggen dat we hier inderdaad te maken hebben met een juweeltje. Een citaat:

“Je moet het partijprogramma onderschrijven en waar nodig concretiseren. Je moet authentiek, bevlogen. Collegiaal, flexibel, transparant en integer zijn. Je moet mensen weten aan te spreken en je moet een prettige collega zijn die tegen kritiek kan.”

En zo gaat het verder, pagina’s lang. Wie aan dit eisenpakket voldoet, verdient een plaats op de lijst van – ik zou zeggen – n’importe welke partij. En ongeacht het tijdsgewricht. Het is eeuwig en overal geldig.

Voor Kremlin-watchers (niet eens zo’n heel gekke term bij de erfopvolger van de Communistische Partij van Nederland) valt er nog extra te genieten. De baas van de partij die vooral een brede progressieve beweging wil zijn, wenst geen spatjes in zijn fractie: “Een Tweede Kamerlid van GroenLinks rapporteert aan en ontvangt coaching en sturing van de fractievoorzitter.”

Geoefend als we zijn, kijken we dwars door schuimrubberen woordjes als coaching en sturing heen. De supertalenten en powerhouses hebben gewoon niets te vertellen. Dit is de stijl van een echte, ouderwetse chef. Ik kwam ze in het begin van mijn lange loopbaan nog wel eens tegen.

Hoezo zijn Kamerleden ‘onafhankelijk’ en ‘zonder last’?

Kamerleden zijn onafhankelijk. Ze stemmen ‘zonder last’, zoals de Grondwet zegt. In de werkelijkheid valt het met die onafhankelijkheid wel mee. De meeste Kamerleden komen op de bagagedrager van hun partijleider in het parlement en worden dus geacht hem of haar niet af te vallen. Dat levert weinig zelfkwelling of doorleefde nachten op want de meesten begrijpen dondersgoed dat ze bij de eerste volgende verkiezingen worden overgeslagen als ze zelf dingen gaan bedenken.

Je hoeft dat niet nog eens op te schrijven. Dat begrijpen de dames en heren zo wel en bovendien wil je als nette partij niet de indruk wekken dat je een loopje neemt met de Grondwet. Soms staan partijen toe dat iemand van het partijprogramma afwijkt, maar dat moet je dan bij je kandidaatstelling regelen. Nou ja, zo’n eigenheimer haalt de lijst natuurlijk niet. Veel te riskant.

En zo blijft er maar een conclusie over: power house Jesse Klaver duldt geen kritiek.

Het bericht Kamerleden GroenLinks hebben niets te vertellen verscheen eerst op Wynia's Week.

Vaccin? Het is pas voorbij als het voorbij is

14 nov

https://ift.tt/3psgcuJ

En toen was er een vaccin… Dat wil zeggen, Pfizer heeft de komst van een vaccin aangekondigd in een persbericht. Het vaccin zou in 90 procent van de gevallen bescherming bieden. Naar wat ik zo lees en hoor, schijnt dat veel te zijn. Mij lijkt het in ieder geval voldoende om het reproductiegetal ook zonder maatregelen beneden de 1 te krijgen. Dat betekent dat bij voldoende inentingen het virus niet blijft rondwaren. Voldoende groepsimmuniteit met een vaccin is een realistisch scenario.

Of zo’n vaccin nog tot gezondheidsproblemen kan leiden? Ik zou het eerlijk gezegd niet weten. Van de ene kant wordt verzekerd dat het vaccin voldoende is getest op bijwerkingen. Van de andere kant is de hele procedure om het vaccin te ontwikkelen sterk versneld. Dan kan het toch zijn dat de onderzoekers iets over het hoofd hebben gezien. Wellicht een bijwerking op de langere termijn.

Waarschijnlijk zit ik niet in de eerste groep die het virus gaat krijgen. Ik kan dus nog even aanzien of er zich problemen voordoen bij de eerste inentingsronde. Misschien komen er nog andere vaccins, die nóg beter werken. Maar het kan ook zijn dat ik genoegen moet nemen met een vaccin dat maar 60 of 70 procent bescherming biedt. Dan moet ik kiezen tussen op korte termijn beschermd willen zijn, en maximaal beschermd zijn. Dat zou dan een moeilijke keuze worden.

Hongerwinter

Voorlopig is er evenwel nog geen vaccin. De situatie is vergelijkbaar met de periode na D-Day. Ook boven de rivieren keek men al vanaf de zomer van ’44 uit naar de bevrijding. Maar met de bevrijding in het verschiet, moest men het ergste lijden, de hongerwinter, nog ondergaan. Ook met de corona-epidemie, kan het zijn dat ons nog een lastige winter te wachten staat. Duidelijk is in ieder geval dat het virus bij winterweer harder toeslaat dan in bij zomerweer. It ain’t over till it ‘s over.

Afrika

In het Afrika rond de evenaar heeft het virus in ieder geval niet hard toegeslagen. Een 15-tal nieuwe ic-bedden compleet met beademingsapparatuur zijn in Burkina Faso niet eens uit de verpakking gehaald. Buitenshuis leven bij mooi weer, lijkt een belangrijke oorzaak. De beelden tonen in ieder geval een manier van doen, zoals die in de zomer ook in Nederland zichtbaar was: enigszins weifelend elkaars nabijheid toch weer opzoeken.

Er worden ook andere redenen aangevoerd waarom het relatief goed gaat in grote delen van Afrika: de jeugdige bevolking betekent minder ziektegevallen. De strenge lockdown in het begin van de epidemie schijnt zijn werk te hebben gedaan. De bevolking beschikt over een sterkere afweer omdat men meer is aangepast aan onhygiënische situaties. Ook schijnen er bloedstalen te zijn van vóór de uitbraak in Wuhan, die toch positief voor covid-19 zijn. Daaruit wordt dan de conclusie getrokken dat de mensen al immuun waren voordat covid-19 afgelopen lente opdook.

Economie

Dat de huidige lockdown-achtige maatregelen het aantal ziekenhuisopnamen doet dalen, hoeft niet te verbazen. Een lockdown is namelijk een paardenmiddel. Dat werkt altijd wel, maar heeft ook grote nadelen. Het werkt met name nadelig uit op de economie. Miljarden en miljarden moeten er door de overheid bijgelapt worden. En de teller tikt nu het alweer de tweede lockdown is, en die tweede lockdown ook langer aanhoudt dan de eerste.

Vanuit Wuhan bereiken ons berichten dat daar de economie weer op volle toeren draait. Maar wie beter kijkt, ziet dat de economie draait doordat bedrijven zich steeds meer in de schulden steken. Bedrijven leveren wel, maar men weten niet of men de geleverde producten betaald krijgt. Zo gaan de goederentransacties door, maar stokken de geldtransacties. Interessant vind ik, dat verondersteld wordt dat het de reële economie wel zal volgen. Zo zou het eigenlijk moeten zijn, maar zeker is het allang niet meer.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Maar laten we ook ten aanzien van China zaken niet al te rooskleurig voorstellen. Banken vullen vervolgens de tekorten van bedrijven aan met leningen. Banken vragen zich daarbij onvoldoende af of die lening wel kan worden afgelost. Naar het risico wordt niet gekeken omdat de Chinese staat de leningen garandeert. Uiteindelijk is het ook in China dus nog steeds de staat die de economie moet stutten.

Horeca

Het meest zichtbare deel van economie is de horeca. Dat komt vooral omdat het sluiten van de horeca ons treft in ons sociale functioneren. Mij valt altijd op hoe massaal de mensen bij mooi weer de terrassen bezoeken. Alsof er niks leukers bestaat. Zolang de alcohol niet al te rijkelijk vloeit, betreft het evenwel onschuldig vertier. Met een aantal mensen die men kent, is men onder mensen die men niet kent, maar waaruit wel steeds een bekende kan opduiken. Met het sluiten van de horeca kan dat nu dus niet meer.

Recent Amerikaans onderzoek toont aan, dat supersverspreiding veelal plaatsvindt via cafés restaurants en fitnesszalen. Vanuit de Vlaamse horeca komt echter het geluid dat de meeste besmettingen plaatsvinden op locaties waar meerdere mensen lange tijd in gesloten ruimte doorbrengen. Dat kan hoeft geen horeca te zijn. Uit weer ander Amerikaans onderzoek blijkt dat de verspreiding in de horeca niet alleen via druppels maar ook via aerosolen verloopt. Ook mensen die verder af zitten dan anderhalve meter kunnen besmet raken.

In de horeca is een aangewezen werkwijze om de terrassen open te houden, en voor bedienend personeel een medisch mondmasker te verplichten. De terrassen kunnen van de winter verwarmd worden, zoals dat afgelopen winters ook altijd het geval was. Ook kunnen er fleecedekens beschikbaar zijn. Voordeel hiervan is dat er nog wat sociaal leven overblijft, en dat de horeca toch nog wat omzet kan draaien.

Vertrouwd

Nederlands onderzoek uit september toont aan dat verreweg de meeste besmettingen (55,8 procent) huisgenoten in de thuissituatie betreffen. Tel je daar de contacten met de overige familie (9,1 procent) en de vrienden en kennissen (4,7 procent) bij op, dan kom je dus op 70 procent van de besmettingen die plaatsvinden tussen mensen die vertrouwd zijn met elkaar. De werksituatie is nog eens verantwoordelijk voor 11,1 procent van de besmettingen. Ook hier betreft het veelal collega’s die men al sinds jaar en dag kent, en waarmee men een vertrouwde omgang heeft.

En ook de besmettingen op school en de kinderopvang (4,2 procent), het verpleeghuis (3,1 procent), het woonzorgcentrum (1,6 procent) en de studentenvereniging (1,4 procent) betreffen veelal ontmoetingen met mensen waarmee men vertrouwd is: klasgenootjes, medestudenten, collega’s, medebewoners of verpleegsters.

Al met al kan gezegd worden dat 80 tot 90 procent van de besmettingen plaatsvinden tussen mensen die elkaar goed kennen. Ook kan gezegd worden dat dit meestal gebeurt als die mensen met elkaar in een gesloten ruimte verkeren. Hoe op die gegevens nu beleid ontwikkelen? Hoe voorkomen dat mensen die vertrouwd zijn elkaar aansteken? Probleem daarbij is dat de mensen met wie je bekend bent samen geen gesloten groep vormen die je kunt isoleren. Als bijvoorbeeld manlief van zijn werk komt, of kindlief uit school, dan weet je maar niet of ze inmiddels een besmetting hebben opgelopen, en dus ook zelf een besmettingsgevaar gaan vormen.

School

De besmettingen op school mogen daarbij niet onderschat worden. Bij jonge mensen verloopt de besmetting immers dikwijls zonder symptomen, maar is er desondanks toch besmettingsgevaar. Dan maar niet of minder naar school of werk, lijkt het logische antwoord. Wat je ook kunt doen, is om per besmettingssituatie te bezien wat je eraan kunt doen om besmettingen te voorkomen.

Bij scholen zou ik bijvoorbeeld meer via afstandsonderwijs, en minder via contactonderwijs laten verlopen. Een misverstand daarbij is dat afstandsonderwijs altijd via videoverbindingen zou moeten. Dat zie ik toch nog teveel als het digitaal nabootsen van de fysieke klassituatie: iedereen luistert tegelijk naar wat de leraar vertelt. Dat hoeft helemaal niet. Ook mogelijk is dat de uitleg van de stof op video wordt vastgelegd en op internet geplaatst wordt. Ook kunnen aantekeningen die leerlingen normaal gesproken in de les maken, gewoon als tekst door de leraar op internet worden aangeleverd. Verder kan er contact tussen leraar en leerling zijn via WhatsApp en wat dies meer zij.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

 Als leerling kun je dus terecht kan met vragen als iets niet goed begrepen is. Het echte fysieke contactonderwijs zou ik zoveel mogelijk reserveren voor de zwakkere leerling, en voor leerlingen die in een moeilijke thuissituatie verkeren. Bovendien zou ik de cyclus van toetsen gewoon door laten gaan. Niets motiveert een leerling beter om te leren dan een toets.

Thuissituatie

Zo is voor elke sector wel een beleidslijn te bedenken. Hamvraag blijft echter: hoe besmettingen te voorkomen tussen mensen die vertrouwd zijn met elkaar? Is daar überhaupt wel kruid tegen gewassen? Ja, toch wel. Er zijn dingen die je kunt doen. Om te beginnen kun je je algemene immuunsysteem versterken met vitaminen. Te adviseren is zeker voldoende vitamine D.

Zelf heb ik ook een kuurtje gedaan met vitamine K en met zink. Voor wie dat allemaal te lastig is, kan ook gewoon multivitaminen slikken. De kans dat je er baat bij hebt, is in verhouding tot de moeite die het kost best groot. Als je dan geen corona krijgt, kun je echter nooit aantonen dat dit komt door die vitamine D of K.

Wat je ook kunt doen is een ionisator of een uv-filter in huis zetten, en regelmatig ventileren. Ik zie dat niet als hocuspocus, maar eigenlijk als relatief eenvoudige recht toe recht aan methoden, met een zekere mate aan weenschappelijke onderbouwing om de lucht te reinigen van onder meer virusresten. Zo’n apparaat staat verder niet in de weg, en belemmert dus ook niet de gang van zaken in huis. Eigenlijk kun je zulke apparaten in alle besloten ruimten zetten waar mensen elkaar ontmoeten, dus ook in het klaslokaal, ook in de woonunit van oma in het verpleeghuis, ook op kantoor.

Knuffelcontact

En dan hebben ze in België nog de regel dat een ieder zich dient te beperken tot één knuffelcontact. Ik vind dat de overheid daarmee wel erg diep in de privésfeer van mensen binnen dringt. Te controleren is het uiteraard ook niet. Qua contact met je huisgenoten en andere naasten, zou ik veel meer inzetten op informatie over hoe veel besmettingen in de vertrouwelijke sfeer mogelijke zijn, eventueel met als onderliggende moraal dat je je naaste het beste beschermd door enige afstand te bewaren.

Ik zou dat soort boodschappen ook veel meer via beelden dan via eeuwig geleuter in takshows uitdragen. Die informatie kan herhaaldelijk uitgezonden worden, maar ook regelmatig aangevuld worden met nieuwe boodschappen. Waarom wel informatieblokken om mensen lekker te maken voor aanstaande televisieprogramma, maar niet voor: hoe te handelen om coronabesmetting te voorkomen. Dat heel de publieke omroep en ook de reclamesector die taak na bijna een jaar nog steeds niet heeft opgepakt is mij een raadsel.

Paul Hekkens schreef het boek ‘Stille Lente’, de kroniek van de eerste Coronamaanden. Het boek verscheen bij Uitgeverij Blauwburgwal, kost 15 euro en is overal verkrijgbaar, zoals HIER / ‘Stille Lente’ is ook beschikbaar als e-book.

Het bericht Vaccin? Het is pas voorbij als het voorbij is verscheen eerst op Wynia's Week.

Het jaar van het virus en van de haat

14 nov

https://ift.tt/35uQqyf

2020 – een jaar dat als ieder ander jaar begon. Hier en daar hoorde je iets over de verschijnselen van een mogelijk virus. De meme’s op Twitter logen er niet om: plaatjes met flesjes van het biermerk Corona werden massaal gedeeld. Want hoewel het voor de Chinezen wellicht een dodelijk virus was, voor ons bleef het gewoon een heerlijk zomers biertje. 

Voordat de plaag oversloeg naar Europa en de eerste gevallen in Italië bekend werden, hadden we het in onze talkshows al over het mogelijke gevaar van dit virus. Het gevaar dat ons niet zou bereiken. We moesten het met een korreltje zout nemen, lieten we ons vertellen door virologen die aanschoven aan de talkshowtafel van Eva Jinek. Niets daarvan bleek waar, want ook hier sloeg het virus over, met als startpunt: Noord-Brabant.  

Racisme, racisme, racisme

Terwijl we in Nederland nog maar net kennis hadden gemaakt met de pandemie, gebeurde er iets wat ons land nog maandenlang in zijn greep hield: de dood van een Afro-Amerikaanse man uit Minnesota zorgde ervoor dat een discussie over racisme bodem kreeg in ons publieke debat. Een Amerikaans probleem werd de onze. George Floyd was op 25 mei omgekomen door politiegeweld. Zijn dood werd voor veel zwarte Amerikanen reden om zich uit te spreken tegen racistisch geweld. 

Ook bij ons bleek plotseling dat mensen al jaren werden onderdrukt. Als het niet vanwege hun huidskleur was, dan was het wel vanwege hun afkomst. Het maakte niet veel uit dat het incident plaatsvond in Amerika. Er was voldoende aanleiding om het racismedebat ook in Nederland nieuw leven in te blazen. Tal van opiniestukken werden erover geschreven en ook talkshows konden het nergens anders meer over hebben. Nieuwsprogramma’s vulden hun zendtijd door met een microfoon de straten op te gaan en mensen met een migratieachtergrond uit te horen. Waren zij ook weleens gediscrimineerd? En zo ja, hadden zij dat ervaren als racisme?

Niemand stond er nog bij stil wat de term ‘racisme’ feitelijk inhoudt en of deze in de juiste context werd gebruikt. Dat telde ook niet. Belangrijker was dat we ons moesten haasten, want Nederland bleek net zo’n racistisch land als Amerika te zijn, en daarom kon je de discussie over Zwarte Piet niet vroeg genoeg in het jaar aanwakkeren.

Akwasi en de slavernij

De grote aanjager van het verhitte racismedebat was Akwasi, een Nederlandse rapper en dichter die zich al tijden actief mengde in het publieke debat en een graag geziene gast was bij tv-programma De Wereld Draait Door, dat toen nog bestond. Akwasi stamt af van de Ashanti’s, de stam die erom bekend staat slaven te hebben verkocht aan Europeanen. Toen hij daarmee werd geconfronteerd, kwam hij op nationale televisie met zijn eigen versie van ‘Wir haben es nicht gewußt’: hij was weliswaar een nazaat van slavendrijvers, maar zijn voorouders wisten niet dat die mensen als goederen verhandeld werden. Die ‘erfschuld’ kon hij dus, naar eigen oordeel, met terugwerkende kracht ontkennen. 

Akwasi maakte zich er wel erg gemakkelijk van af, want vanuit zijn visie beschouwd kunnen de nazaten van mensensmokkelaars die nu bootvluchtelingen de zee op helpen, over honderd jaar eenvoudig beweren dat hun voorvaderen niet wisten dat er risico’s aan hun daad verbonden waren. Dat zij zich niet bewust waren van die lucratieve mensenhandel.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Al snel werd duidelijk dat volgens Akwasi ‘schuld’ bij voorbaat wordt bepaald door huidskleur. De positie van het slachtoffer kent geen grenzen. Dit geeft al een idee van hoe het debat over racisme in 2020 gevoerd werd.  

Het racisme van de lage verwachtingen 

Zelf mocht ik aanschuiven bij de NPO ochtendshow Goedemorgen Nederland om helder te maken dat we een onderscheid moeten maken tussen ‘racisme’ en ‘discriminatie’, en dat deze termen door elkaar worden gebruikt alsof zij dezelfde betekenis hebben. Laat ik nu wat vertellen over mijn eigen ‘slachtofferpositie’: kort na de uitzending liep mijn inbox vol. Facebook, Twitter, Instagram… de mensen weten je altijd goed te vinden wanneer ze je nodig hebben. Zo ook een man van Afrikaanse afkomst – volgens zijn openbare Facebookprofiel waarop zijn foto’s te zien waren – die mij het een en ander moest melden. Zijn scheldtaal buiten beschouwing gelaten, kwam het erop neer dat ik mij buiten de discussie over racisme moest houden. Ik had namelijk niet de juiste afkomst om over het slavernijverleden te praten. Mijn voorouders waren geen slaven geweest en dus moest ik mijn mond houden en zwarte mensen niet dwarsbomen in hun strijd tegen ‘de vervloekte Europeanen’. 

Over deze vorm van discriminatie gaat de discussie zelden. Of over het feit dat Turkse en Marokkaanse Nederlanders vaak niet met een autochtone partner thuis mogen komen. Laat staan met een zwarte man of vrouw. Gemengde huwelijken zijn binnen die bevolkingsgroep nog altijd taboe. Het niet benoemen van deze voorbeelden van discriminatie binnen de eigen gemeenschappen is tekenend voor het racismedebat. Men noemt dit ook wel ‘het racisme van de lage verwachtingen’: je kleur en afkomst pleiten je vrij om aangesproken te worden op beschavingsnormen of fatsoenlijk gedrag. In de zomer van 2020, toen corona bij ons stevig voet aan de grond kreeg, werd racisme als wapen gebruikt om de tegenstander bij voorbaat machteloos te stellen. Want wie wilde er nou een ‘racist’ genoemd worden? Ik liever niet… 

Corona in Zweden 

Nu, eind 2020, zijn wij en de rest van de wereld nog steeds in de ban van de pandemie. Hoe lossen we dit op? Hoe zorgen we ervoor dat het aantal besmettingen zich niet verspreidt? Bijna alle wereldlanden troffen strenge maatregelen om hun bevolking te beschermen tegen dit vanuit China doorgegeven virus. Bijna alle landen, behalve Zweden. 

Ik ben dit jaar twee keer naar Zweden afgereisd. Eind augustus besloot ik om drie weken op bezoek te gaan bij mijn tante in Småland. Ik wilde er bezienswaardigheden bekijken, schrijven, hardlopen in de bossen en blauwe bessen en pruimen verzamelen om jam te maken. De kippen van mijn tante voeren. Het is fijn in Zweden; ik kom er al 23 jaar. Het eerste wat mij opviel was dat je er minder van de coronamaatregelen merkt dan hier. In Nederland staat in iedere supermarkt een medewerker klaar om je te vertellen dat je verplicht een mandje moet meenemen. In Zweden niet. Ook zag ik niemand een mondkapje dragen, zelfs niet in het openbaar vervoer. Zweden onderscheidde zich daarmee in beleidsvoering van zowel andere Scandinavische landen als van de rest van de wereld. 

Waarom is dat? Ik denk omdat de aanpak van de Zweedse epidemioloog Anders Tegnell goed past bij de Zweedse samenleving: individualistisch, niet dichtbevolkt en afstandelijk. Bovendien lijden veel Zweden aan depressies en angststoornissen. Een lockdown zou hen niet goed doen. De leefbaarheid in de samenleving – ondanks dat men daar een prijs voor betaalt – is er van groot belang. De Zweedse overheid heeft feitelijk de afweging gemaakt tussen de sociaal-economische gevolgen en het aantal mensen dat besmet zou kunnen raken, waardoor ook de druk op de zorg zou kunnen toenemen. 

Een weekje Stockholm

Eind oktober besloot ik opnieuw een week naar Zweden te gaan. In Stockholm ging ik op bezoek bij mijn nichtje dat werktuigbouwkunde studeert aan de plaatselijke Koninklijke Technische Universiteit – de meest prestigieuze technische universiteit van het land en tevens het instituut dat belangrijk onderzoek verricht naar Covid-19 in Zweden. Ze leidde mij rond en ik proefde het Zweedse studentenleven. Door een behoorlijke ondervertegenwoordiging van vrouwen binnen de technologie, zag ik dat het feministische gedachtegoed daar een belangrijke rol speelt. Naast het feit dat er veel nadruk wordt gelegd op de positie van de vrouw, is zij vaak ook het slachtoffer van straatintimidatie en verkrachting. Zweden kent uitzonderlijk hoge verkrachtingscijfers in vergelijking met andere Europese landen. Mijn nichtje volgt om die reden naschoolse self-defence classes. Een bittere noodzaak, want, zoals ze zelf zegt: ‘We moeten voor onszelf kunnen opkomen als we op straat worden lastiggevallen.’  

In Stockholm heb ik twee nichtjes van wie de oudste in de IT werkt. Ook haar zocht ik op. Terwijl we op pad waren om uit eten te gaan, hadden we een overstap in het ‘ghetto’, een wijk waar je goed achterom moet kijken en altijd waakzaam moet zijn voor, zoals we ze in Nederland noemen, ‘verveelde hangjongeren’. Ik vroeg mijn nichtje of zij hier weleens lastig was gevallen, omdat zij deze overstap bijna dagelijks maakt voor haar werk. ‘Nee,’ antwoordde ze. ‘Wij hoeven ons niet druk te maken. Ze vallen geen migranten lastig, want je zou zomaar ‘het zusje van’ kunnen zijn. Het zijn voornamelijk de autochtonen Zweden die het in deze wijk lastig hebben.’

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Hoewel mijn nichtjes in Zweden zijn geboren en opgegroeid in een conservatief christelijk dorpje met haast geen migranten, ervaren zij in Stockholm als ‘nieuwkomers’ dus toch nog privileges. 

Islam en de vrijheid van meningsuiting 

Bij terugkomst uit Stockholm speelde er genoeg in eigen land, evenals in Frankrijk, waar in dezelfde week twee aanslagen werden gepleegd. De eerste was op Samuel Paty, een docent geschiedenis in Frankrijk, die het tonen van Mohammedcartoons van Charlie Hebdo in zijn klas met de dood moest bekopen. Hij probeerde slechts een gesprek te voeren over de vrijheid van meningsuiting, maar dat leidde tot woedende reacties. Paty werd onthoofd door een 18-jarige Tsjetsjeen, die gevlucht was naar Frankrijk. Een paar dagen later vond wederom een aanslag plaats, ditmaal in Nice, waar een 21-jarige Tunesiër met een mes de Notre-Dame de l’Assomption binnenstormde, een vrouw onthoofde en ook twee andere kerkgangers om het leven bracht. 

Na deze aanslagen verklaarde president Macron de oorlog aan het Moslimextremisme: hij sloot een aantal moslimorganisaties en kondigde aan dat moskeeën onder strenger toezicht zouden komen te staan. Het viel mij kort na de eerste aanslag op dat de gebeurtenissen voor veel discussie zorgden in ons land. In mijn opiniestuk voor de Telegraaf besprak ik de ernst van de situatie zoals deze zich voordeed in Nederland. Ik verbaasde mij het meest over de reacties van vertegenwoordigers uit de islamitische gemeenschap, onder wie Nourdin El Ouali, de leider van de door de islam geïnspireerde partij Nida, en Yassin El Forkani, imam van de Blauwe Moskee in Amsterdam. El Ouali wenste de dubieuze organisaties, die Macron wilde sluiten, hier een veilige haven te bieden. El Forkani deed in Het Parool een beroep op de inperking van de vrijheid van meningsuiting bij wet.

De centrale vraag was: mogen wij de profeet Mohammed afbeelden en daarmee moslims beledigen? Ayaan Hirsi Ali zei er ooit over dat ‘de vrijheid van meningsuiting het recht geeft om te beledigen’. Ook vertegenwoordigers van de moslimgemeenschap voelden zich genoodzaakt om van zich te laten horen. Enerzijds om de gruweldaden in Frankrijk af te keuren, maar vooral om de discussie over het recht op beledigen van hun profeet nieuw leven in te blazen. De Volkskrant had een volle pagina gereserveerd om prominente moslims die zich in het publieke debat mengden, aan het woord te laten. Geen enkele onder hen stond pal voor de vrijheid van meningsuiting. Allen plaatsten zij er kanttekeningen bij. Want het beledigen van de profeet zou eigenlijk niet moeten kunnen, volgens hen. Dat bleek ook uit het feit dat er een petitie werd opgesteld om het beledigen van de profeet Mohammed strafbaar te stellen, en dat deze petitie maar liefst 100.000 keer werd ondertekend. Onder het mom van ‘provocatie’ en ‘islamofobie’ is er kennelijk een diepe wens om de vrijheid van meningsuiting bij wet in te perken, wanneer het gaat om de belangrijkste profeet van de islam. 

Nieuwe uitdagingen

Afsluitend was 2020 voor mij vooral een jaar van veel indrukken. Mensen die door de uitbraak van corona hun vrienden en familie minder vaak konden zien. Ouderen die de zomer eenzaam moesten doorbrengen. Studenten die plotseling digitaal onderwijs moesten volgen. Een pandemie die luchtig werd ontvangen, maar zowel de zorg, de economie als het sociale leven flink trof. En alsof die vervreemding en ravage niet genoeg was, begon een verhit debat over racisme dat bevolkingsgroepen tegen elkaar opzette. Een discussie die nog lang gevoerd zal worden. En terwijl dat gebeurt, zal de identiteitspolitiek haar verschijnselen in onze maatschappij achterlaten. Een haast noodzakelijk gevolg ervan.

Nu het jaar bijna afloopt en de angst voor het virus niet is afgenomen, worden we geconfronteerd met nieuwe uitdagingen. Discussies over polarisatie en de vrijheid van meningsuiting houden ons bezig, waarvan de uitkomst van groot belang zal zijn voor de verdere ontwikkeling van onze toekomst.

Het bericht Het jaar van het virus en van de haat verscheen eerst op Wynia's Week.

Impressie coronavirus 1: maart 2020

14 nov

https://ift.tt/2IB6zsO

J. Smarius heeft zorgvuldig bijgehouden hoe het Coronavirus opdook, hoe de autoriteiten reageerden en welke effecten het sorteerde. In deze eerste aflevering van een serie: de maand maart 2020. Hoe het begon.

“Rutte kan feiten niet meer weglachen”. Dat was de titel van een stuk dat Leon de Winter schreef in De Telegraaf van 18 maart 2020. Onderstaand wat hij schreef over hoe het begon.

Op 28 januari jl. vroeg Thierry Baudet in de Tweede Kamer om een spoeddebat over het naderende virus, maar de meerderheid van de Kamer weigerde dat. Een dag later kwam Baudet erop terug en wees hij op het urgente karakter van zo’n debat vanaf het explosieve karakter van de ziekte. Opnieuw werd hem een debat geweigerd. Op die 28e januari antwoordde een woordvoerder van het RIVM op een online-vraag: “De ziekte lijkt, met wat er nu bekend is, niet heel besmettelijk. De ziekte lijkt ook niet makkelijk van mens op mens overdraagbaar.” Het was niet de enige keer dat het RIVM, waarin de deskundigen zitten die het kabinet adviseren, een totale ontkenning van de feiten uitdroeg.

Om enige duidelijkheid te krijgen belde ik Jaap Goudsmit, een van de top-epidemiologen ter wereld. Hij legde me uit dat per direct een breed bevolkingsonderzoek nodig is; bij minimaal 100.000 mensen maar liever een miljoen moet worden vastgesteld of ze besmet zijn, of ze besmet zijn geweest en zijn hersteld, hoeveel serieuze ziektegevallen zijn opgetreden en hoe de verschillende leeftijdsgroepen op de besmetting reageren. Daarvoor zijn enorme aantallen test-kits nodig, en als die er niet zijn, moeten ze, ongeacht de kosten, met de grootste urgentie door de industrie worden vervaardigd. Regionale GGD-laboratoria kunnen de monsters analyseren en vervolgens kunnen de data door deskundigen als Jaap Goudsmit worden geïnterpreteerd. Zolang we niet precies weten hoe ver de besmetting om zich heen heeft gegrepen, bij met name kinderen en jonge volwassenen, kunnen we geen goede maatregelen nemen omdat we de harde cijfers van de leeftijdsgroepen niet kennen.
Wat in ieder geval wel kan, is de isolatie van ouderen en kwetsbare groepen. Maar eigenlijk begint de risicoleeftijd bij vijfenvijftig. De kans op luchtweginfectie neemt toe bij het ouder worden en Covid-19 is een luchtweginfectie. Dus moeten de kwetsbare groepen strikt op afstand gehouden worden van de groepen die minder hevig op het virus reageren maar door wie zij wel besmet kunnen worden.

Het advies van Jaap Goudsmit werd nooit opgevolgd. Enorme aantallen test-kits waren in oktober 2020 nog steeds een illusie. De eerste positieve test in Nederland was op 27 februari 2020.

De Rijksoverheid liet het volk op 2 maart 2020 het volgende weten:

Bent u ziek, heeft u verkoudheidsklachten of verhoging tot 38 graden Celsius, en bent u in een gebied geweest waar het coronavirus heerst, zoals Trentino-Zuid-Tirol, dan hoeft u uw huisarts niet te bellen. Uw klachten zijn mild. Dit kan ook een gewone verkoudheid zijn. Blijf thuis, ziek uit en zorg dat u anderen niet besmet. Houd dus afstand tot andere mensen.
Worden uw klachten erger, hebt u koorts, meer dan 38 graden Celsius, moet u hoesten of bent u benauwd, dan moet u wel bellen met uw huisarts.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Ach, ze wisten nog niks toen. En de huisarts wist ook nog niet wat er moest gebeuren. Maar er waren inmiddels al tientallen doden gevallen in Frankrijk en Italië. En Zuid-Tirol werd bedenkelijk geacht.
Op 8 maart 2020 overwoog de sportminister in Italië voetbalwedstrijden in de serie A stil te leggen.
Deze draconische maatregel moet volgens minister Spadafora serieus worden overwogen om de uitbraak van coronavirus in te dammen. Die voetbalwedstrijden werden al zonder publiek gespeeld.

Nederland wilde er niet aan

In Nederland dachten ze pas zo’n half jaar later aan een dergelijke “draconische” maatregel.
Maar diezelfde 8ste maart 2020 golden in Noord-Italië vergaande quarantainemaatregelen voor 16 miljoen mensen. In de regio Lombardije, rond Milaan, en de volgende 14 provincies: Modena, Parma, Piacenza, Reggio Emilia, Rimini, Pesaro en Urbino, Alessandria, Asti, Novara, Verbano Cusio Ossola, Vercelli, Padua, Treviso en Venetië. Resultaat: een volstrekt leeg domplein in Milaan.

Op 9 maart 2020 zijn er wereldwijd 109.000 besmettingen. Premier Conte van Italië heeft vanwege het coronavirus reisbeperkingen voor heel het land aangekondigd. De beperkingen golden eerder alleen voor het noorden, maar gelden morgen voor heel Italië. Alle scholen en universiteiten blijven gesloten tot 3 april. Sportevenementen worden opgeschort. Het dodental in Italië is gestegen tot 631.

Als we niet strenger ingrijpen, dreigen in Nederland Italiaanse toestanden”, zo schrijven experts op 12 maart 2020. Deskundigen stellen dat de overheid in heel het land strengere maatregelen moet afkondigen, zoals het verbieden van alle grote evenementen. Nu is die maatregel alleen in Brabant genomen. 614 mensen zijn besmet, 5 mensen zijn overleden. Wereldgezondheidsorganisatie WHO riep het virus gisteren uit tot pandemie, een epidemie op wereldwijde schaal. Nieuw onderzoek lijkt uit te wijzen dat ook mensen voordat ze ziekteverschijnselen krijgen anderen kunnen besmetten. Het virus kan zich ongemerkt verspreiden. Misschien zijn  meer mensen besmet dan tot dusver bekend.

Schaarste alom

Een bericht over ziekenhuizen, die dreigen straks over onvoldoende middelen te beschikken om het coronavirus te bestrijden, volgt dezelfde 12 maart 2020:
“Hoe langer het coronavirus zich blijft verspreiden, hoe nijpender het tekort aan hulpmiddelen in ziekenhuizen wordt.” Dat zegt Wouter van der Horst, woordvoerder van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ). Tot nu toe is het aantal hulpmiddelen nog te behappen, omdat deze constant wordt herverdeeld onder de ziekenhuizen. Maar volgens een logistieke organisatie, leverancier en een laboratorium begint de tijd te dringen. “De bodem van de voorraad komt in zicht.”
Door exportbeperkingen die landen hebben opgelegd op beschermende middelen als maskers en handgels, zijn er grote tekorten aan het ontstaan in wat geleverd moet worden aan ziekenhuizen.
Het distributiecentrum bestelt in het buitenland voorraden hulpmiddelen voor 13 ziekenhuizen in Nederland en bezorgt deze. Voor beschermingsmiddelen zijn we vooral afhankelijk van andere landen. Nederland heeft maar weinig lokale magazijnen. Er zijn producten, maar die mogen landen als Frankrijk, Duitsland, Polen of Tsjechië niet uit. Daardoor wordt er hier niks meer aangeleverd. Ook spullen als verbandmateriaal en buikgaas, worden niet meer geleverd. Zonder die materialen kunnen er geen operaties meer uitgevoerd worden”. Daarnaast komen steeds minder swabs binnen.

We zijn dus in maart 2020 al gewaarschuwd voor Italiaanse toestanden, die we 7 maanden later volop hebben, en voor tekorten in ziekenhuizen, die we 7 maanden later nog altijd hebben en waardoor niet-coronapatiënten moeten wachten op een noodzakelijke operatie en coronapatiënten deels opnieuw, soms zelfs per helicopter, naar Duitsland moeren worden overgevlogen.

Tekort aan IC-bedden

Op 12 maart 2020 zijn er meer alarmerende berichten. Hoogleraar en epidemie-onderzoeker Yaneer Bar-Yam stelt dat Nederland rekening houden met 6.000 patiënten over een week, en 60.000 over twee weken. Ook Frits Rosendaal, hoogleraar epidemiologie Leiden Universitair Medisch Centrum, verwacht zo’n 6.000 patiënten. De huidige maatregelen kunnen dat niet voorkomen: gezien de incubatietijd van het virus is die groep nu al geïnfecteerd. Een kleine groep patiënten overlijdt aan het virus: per land varieert dat van een paar tot minder dan één procent. Ongeveer 6 procent van de mensen die ziek worden, belandt op de intensive care. Als de groei van het virus in Italiaans tempo doorzet, zouden over twee weken mogelijk enkele duizenden ic-bedden nodig zijn. Er zijn 1200 ic-bedden, waarvan 70 procent al bezet is. Niet ingrijpen betekent volgens Rosendaal dat de zorg vastloopt, zoals nu in Italië al gebeurt. Dat kost extra levens. Hoe verregaand maatregelen ook zijn, donderdag klonk meteen kritiek. Schoolleiders willen dat het kabinet de scholen sluit. Rosendaal ook.  

Op 13 maart 2020 liggen verschillende intensive cares in Nederland al vol. Ziekenhuizen kampen met grote tekorten, waardoor ze beslissingen op leven en dood moeten nemen.

Op 13 maart 2020 zijn de meeste patiënten op de intensive care jonger dan 50 jaar.

Halsema boos op raadslid dat thuis blijft

Diezelfde dag kom je dan het volgende bericht tegen:

Woedende burgemeester Halsema van Amsterdam valt raadslid Wil van Soest (83) thuis lastig.
De 83-jarige Wil van Soest zullen ze voorlopig niet op het Amsterdamse stadhuis zien. Omdat ook op de Stopera mensen zijn besmet met het coronavirus heeft de politiek leider van de Partij van de Ouderen besloten thuis te werken. Daarom kreeg ze een kwaaie Femke Halsema aan de lijn.
Annabel Nanninga: Een stad met veel toeristen, groot verloop van mensen, en dan stadhuis gewoon open houden, dat kan niet. Eerste kamer is ook 2 weken dicht. BM moet bijeenkomsten afzeggen ipv boos raadsleden bellen. Raad controleert BM, niet andersom!

Ruziënde locale politici. Dat is het laatste wat je nodig hebt in een pandemie.

Geen mondkapjes

Op 18 maart 2020 ’s avonds blijkt het coronavirus een nachtmerrie voor het kabinet: ‘Een échte lockdown wil niemand’. Premier Rutte is niet van plan Nederland voor langere tijd helemaal op slot te zetten. ,,Dat zal niemand accepteren.’’ Hij zit al bijna zes uur in de plenaire zaal van de Tweede Kamer als minister Bruno Bruins het woord krijgt. De bewindspersoon vertelt dat er de komende dagen waarschijnlijk ‘enkele miljoenen mondkapjes’ naar Nederland komen, in de strijd tegen het coronavirus. Maar of de kapjes ook echt arriveren, is niet zeker. De situatie is ‘superspannend’, vertelt Bruins vanavond, even voor zeven uur. Daarop krijgt hij kritische vragen van Jesse Klaver (GroenLinks) en Geert Wilders (PVV). Het wordt de minister te veel. Hij valt flauw en zakt weg achter het spreekgestoelte in de Tweede Kamer. Collega-minister Wouter Koolmees helpt hem omhoog, waarna Bruins de zaal wordt uitgeleid.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Op 19 maart 2020 gaan verpleeghuizen in Nederland op slot. Bezoek is niet welkom. De lockdown is er niet alleen om de kwetsbare bewoners te beschermen, maar ook het schaarse personeel.

Op 20 maart 2020 blijkt de testcapaciteit in gevaar door tekort aan laboratoriummateriaal.

Op 21 maart 2020: ,,Bergamo is de oorlog aan het verliezen.” Op elke plek waar de camera filmt, liggen patiënten in kritieke toestand als gevolg van het coronavirus.

Italië, dat zouden we niet worden

Rond 23 maart 2020 was er op de sociale media de boodschap dat Nederland Italië achterna ging. Andere bronnen beweerden dat het nog niet zo’n vaart liep en publiceerden onderstaande grafiek:

Groene lijn: Italië, gele lijn: Nederland, rode lijn:China, zwarte lijn: België, blauwe lijn: Zuid-Korea.

Op 23 maart 2020 maakt Duitsland zich echter op voor de ‘grote klap’ omdat het aantal besmettingen de laatste dagen snel oploopt. In sommige ziekenhuizen zijn de intensive care afdelingen al vol.

En diezelfde dag telt Spanje vijftien keer zoveel doden door corona dan Duitsland.

Rond die tijd zien grote wereldsteden er vaak compleet verlaten uit als gevolg van de coronacrisis.

Onderstaande foto’s krijg je anders nooit te zien.

Op 26 maart 2020 dreigt volgens Diederik Gommers, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care, een tekort aan ic-bedden. “Alles kraakt op dit moment.” De specialist mist op dit moment landelijke aansturing en urgentie bij ziekenhuizen buiten de coronabrandhaarden in Brabant. “Brabant staat met de rug tegen de muur.” Gommers verwacht dat er 1 april 1.600 bedden nodig zijn, terwijl er momenteel 1.150 bedden beschikbaar zijn. De piek wordt verwacht in eind mei en dan zijn er 2.200 ic-plekken nodig. Er kan worden opgeschaald, maar hij ziet dat dat onvoldoende gebeurt in sommige ziekenhuizen buiten Brabant. “Het is echt spannend”. Hij mist een soort centrale militaire aansturing. “Er is geen keuze meer.” Of het ministerie van Defensie de organisatie moet overnemen noemt Gommers een keuze die de politiek moet maken. Om ervoor te zorgen dat de piek in het aantal ernstig zieken niet boven het maximum aantal ic-plekken uitvalt, blijft het daarom van belang dat iedereen zich houdt aan dat alle Nederlanders zich houden aan de maandag aangekondigde verscherpte maatregelen. “Dat betekent dus niet dat de stranden zwart moeten zien van mensen”, zei Van Dissel, die verwees naar de drukte van afgelopen weekend waar Nederlanders in groten getale naar de kust, de natuur en bouwmarkten trokken. Het kabinet maakte maandag bekend dat de regels zijn aangescherpt. Grote evenementen zijn tot 1 juni afgelast en samenscholing vanaf drie personen die geen 1,5 meter afstand houden, worden beboet.  Ook wordt er gevraagd dat voortaan het hele gezin thuisblijft als er iemand in een huishouden griepklachten vertoont. Van Dissel noemt dat een “targeted lockdown”. De modellen waar het RIVM zich op baseert, tonen dat, als iedereen zich aan deze targeted lockdown houdt, de intensive care het aantal ernstig zieke personen aankan.

Werkelijke sterfte lag hoger

Op 27 maart 2020 zeggen Nederlandse huisartsen, dat het echte corona-sterftecijfer hoger is. We zijn Zuid-Korea niet, en lang niet iedereen wordt getest, omdat er een terughoudend testbeleid is. Dus van alle patiënten die overlijden, staat niet altijd vast dat ze COVID-19 hebben gehad. “Maar we hebben wel heel sterke vermoedens als huisarts, dat deze mensen daaraan zijn overleden.” En die sterfgevallen worden dus niet meegeteld in de RIVM-cijfers. “Eergisteren hadden we in deze praktijk drie patiënten die thuis zijn overleden. Ze hadden alle drie de symptomen van corona, maar slechts één van de drie is er daadwerkelijk op getest. Alleen die ene telt dus mee in de statistiek over de corona sterftecijfers, de andere twee niet. Zo blijven de cijfers wel laag natuurlijk.” Blijkbaar vallen zowel patiënt als arts tussen wal en schip. “Als je niet zeker weet of iemand corona-positief is, kan je dat nergens melden. En daardoor missen ze doden in de statistiek.”

Op 27 maart 2020 komt ook het teleurstellend nieuws voor de meer dan zestig miljoen Italianen die al bijna drie weken verplicht thuis zitten: het ergste moet nog komen. Deze waarschuwing gaf het hoofd van het nationale gezondheidsinstituut Silvio Brusaferro nadat op donderdag opnieuw 712 doden waren gevallen. Het aantal coronabesmettingen nam in 24 uur met 6.150 personen toe. ‘Wij hebben de piek nog niet bereikt’, aldus Brusaferro. Er zijn wel ‘tekenen’ dat het aantal besmettingsgevallen minder hard oploopt. Dit duidt er mogelijk op dat de piek in de coronacrisis niet ver weg meer is. Italië is nu het epicentrum van de coronauitbraak wat betreft aantal doden. Tot nu toe zijn er 8.215 mensen gestorven. Dat is een derde van het totaal aantal doden wereldwijd. Er zijn 80.589 besmettingen..

Ondeugdelijke maskers uit China

Op 28 maart 2020 blijkt een groot deel van de mondmaskers, die de Nederlandse overheid uit China heeft geïmporteerd, ondeugdelijk. Omdat de maskers al waren verdeeld over ziekenhuizen, heeft het ministerie van Volksgezondheid een terugroepactie gehouden. Het gaat om bijna de helft van een partij van 1,3 miljoen zogeheten FFP2 maskers, 600.000 stuks. Die zijn door TNO afgekeurd, omdat ze niet aan de veiligheidseisen voldoen. Ze passen niet goed om het gezicht of hebben membranen die via hele fijne filters die virusdeeltjes moeten tegenhouden, maar die niet goed functioneren.

Op 29 maart 2020 wordt de vraag gesteld: Waarom wordt in Nederland zo weinig ontsmet? Bushaltes, roltrappen, stoplichten: in het buitenland doen ze veel meer aan ontsmetten van de publieke ruimtes. Waarom doen we dat hier niet? Allereerst: Nederland kent op dit moment geen volledige lockdown. Wie een frisse neus wil, kan gewoon naar buiten. Een kop koffie bij een vriendin: mag gewoon. Boodschappen halen ook, zelfs in een andere gemeente. Daar waar de virusuitbraak inmiddels tot duizenden doden hebben geleid, zoals in Italië en Spanje, zijn de regels véél strenger. Het maatschappelijke leven ligt daar grotendeels stil. Straten en pleinen zijn verlaten. Ze zetten daar alles op alles om de kans op besmetting te verkleinen. In Nederland zien we een heel ander beeld. Mensen zijn hier nog gewoon op weg naar de supermarkt, staan op de bus te wachten of zitten in de trein. Oké, we houden netjes 1,5 meter afstand, maar is dat genoeg? We raken ondertussen ook van alles aan: van stoplichten tot trapleuningen. Iedereen weet inmiddels dat het virus zich verspreidt via vochtdruppels die vrijkomen bij hoesten en niezen. Via de lucht, dus. Maar wie virusdeeltjes op zijn handen heeft, met diezelfde handen alles aanraakt, kan het virus ook op die manier verspreiden? In Spanje zijn ze daar wél bang voor. Het leger wordt er ingezet om openbare ruimtes te ontsmetten.
Wat doen wij in Nederland? Hier zijn geen mensen met beschermende pakken te zien in de stations. OV-bedrijven hebben schoonmakers wel extra instructies meegegeven. “In het openbaar vervoer wordt tijdens de reguliere schoonmaak extra aandacht besteed aan contactpunten zoals deurklinken en hoofdsteunen”, zegt een woordvoerder van NS. “Ook hebben we extra veel zeep in de toiletten.”
Veel verder komt het niet in ons land. Is daar een goede reden voor? We vragen het bij het RIVM. “Het is een keuze van een land”, zegt een woordvoerder allereerst. Er zijn verschillende afwegingen. De belangrijkste afweging is: het virus verspreidt zich voornamelijk via mens op mens – vandaar dus dat we even niet in elkaars nabijheid moeten zijn. Het is momenteel onduidelijk of oppervlakken zoals deurklinken een rol spelen in de verspreiding, meldt het RIVM. Het is dus niet helemaal uit te sluiten.

Op 31 maart 2020 uiten cardiologen hun zorgen, omdat zij zien dat hartpatiënten vanwege het coronavirus veelal wegblijven uit het ziekenhuis. Volgens de cardiologen is dit levensgevaarlijk.

Op de afdeling cardiologie in het HagaZiekenhuis in Den Haag meldden zich vorige week 70 procent minder patiënten met een hartinfarct of dreigend hartinfarct dan in dezelfde week een jaar geleden. Volgens cardioloog Wilco Tanis speelt angst voor het COVID-19-virus hierbij een grote rol.

Cijfers lopen achter

En tenslotte de uitsmijter. Op 31 maart 2020 ’s avonds roert maart zijn staart:
Waarom telt Nederland relatief veel doden door het coronavirus? Nederland telt ruim 60 doden door het coronavirus op de 1 miljoen, aanzienlijk meer dan in China en Duitsland. Nederland heeft na Italië en Spanje een van de hoogste sterftecijfers in de wereld. Hoe komt dat? En kun je de die cijfers wel zomaar vergelijken? Dat antwoord is nog lang niet te geven. Maar een eerste indruk is wel te geven. Als we het dodental vergelijken met de omvang van de bevolking, staat Nederland er inderdaad een stuk slechter voor. In Nederland zijn de metingen overigens niet helemaal op orde. Aangezien het RIVM veel zieken pas een test laat ondergaan als ze in het ziekenhuis belanden, is van sommige sterfgevallen in een verpleeghuis of huiselijke omgeving niet met zekerheid vast te stellen of ze aan covid-19 zijn overleden. Totale sterftecijfers zijn vaak wel in kaart te brengen en daarmee is na te gaan of er meer inwoners zijn gestorven dan zonder corona-uitbraak. Hoeveel inwoners stierven er in een periode méér dan je zou verwachten? De statistici spreken van ‘oversterfte’, een concept dat ook de zwaarte van de griepgolf in kaart kan brengen. Het duurt weken voordat die cijfers bekend zijn.

Het bericht Impressie coronavirus 1: maart 2020 verscheen eerst op Wynia's Week.