Hoe een eiland verdween – en toch weer boven water kwam

22 jun

https://ift.tt/3f0TGnl

Begin februari 1825 teisterde een orkaan, in combinatie met springtij en een stortvloed uit rivieren, de Zuiderzee. Overal braken dijken door. Honderden mensen en tienduizenden dieren verdronken. Huizen werden verwoest, schepen op het land gesmeten.

Schokland, het eiland ter hoogte van Emmeloord in de Noordoostpolder, verdween volledig onder water. Zeshonderd van de 650 Schokkers werden in de nacht van 4 op 5 februari dakloos. Historica Eva Vriend ontdekte een brief van de burgemeester van Schokland waaruit bleek dat er niet meer dan zeven huizen bewoonbaar waren gebleven.

Het leven van de Schokkers was sowieso bikkelhard. Doordat de bodem altijd nat was konden ze geen aardappels of groenten verbouwen. Ook hooi moest op het vasteland worden gekocht. Rond 1820 was er bijna geen eilander meer die geen schulden had.

Onvoldoende kapitaal

De Schokkers waren volledig afhankelijk van de visserij. Dat leek een goede nering, want door bevolkingsgroei nam de vraag naar vis in de Nederlanden gestaag toe. De vissersvloot groeide in de eerste helft van de negentiende eeuw met 60 procent.

Maar, legt Vriend in haar nieuwe boek Het eiland van Anna uit, de Schokker vissers misten de slag. Ze hadden onvoldoende kapitaal om te investeren in veilige schepen en nieuwe netten om de Noordzee op te gaan. Ze waren afhankelijk van haringvangst in de Zuiderzee. Na 1835 waren er nauwelijks goede haringjaren – mede vanwege het elke winter dichtvriezen van de Zuiderzee.  

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Eva Vriend stelt vast: ‘De neerwaartse spiraal bleef maar draaien’. Het onderhoud aan de dijken werd de autoriteiten te duur. En zo kwam het dat het eiland op last van de regering in 1859 werd ontruimd. De Schokkers pakten hun schamele bezittingen bij elkaar en migreerden naar Urk, Vollenhove en naar de buurtschap Brunnepe, buiten de stadmuren van Kampen.

Je zou denken dat de geschiedenis van Schokland en de Schokkers daarmee eindigt, maar niets blijkt minder waar. Vriend ontdekte dat de nazaten van de ongelukkige vissers in de diaspora hun Schokkerse wortels juist extra zijn cultiveren. Ze hebben inmiddels hun eigen vereniging, ze zingen samen in het dialect van hun voorouders hun vissersliederen en vertellen elkaar verhalen – al dan niet apocrief – op zogenaamde ‘verhalenmarkten’.

Lering en vermaak

Eva Vriend noemt zichzelf ‘historicus en schrijver’. Dat zijn vandaag de dag twee verschillende hoedanigheden, maar van oudsher was de geschiedschrijving, net als bijvoorbeeld poëzie of essayistiek, een literair genre. De geschiedschrijver was – en wat mij betreft is – een verhalenverteller die een publiek tot lering en vermaak aan zich weet te binden. Waarbij de verhalen wel moeten kloppen en de bronnen netjes vermeld moeten worden.

De in de Noordoostpolder geboren boerendochter Vriend voldoet met glans aan dit profiel; Het eiland van Anna beleefde sinds april al drie drukken. Als specialist in de geschiedenis van de Zuiderzee produceerde ze bestsellers waarvan er twee – Het nieuwe land en Eens ging de zee hier tekeer – als tv-serie werden uitgezonden.

Genealogie als hulpmiddel

Als literair stijlfiguur hangt Vriens haar verhaal op aan de vissersdochter Anna Diender (1910-1988) en haar voorouders. Ze reconstrueert Anna’s stamboom, praat met haar nazaten, bezoekt het kerkhof waar de Dienders begraven liggen en pluist de archieven na. Genealogie wordt in de sociale en regionale geschiedschrijving vaker gebruikt om via geboorteakten, doop- en trouwregisters, rouwadvertenties en berichten in lokale periodieken de lotgevallen van ongeletterden en minvermogenden te achterhalen.

Met haar vrijgezelle dienstbode en naaister Anna kan Eva Vriend een nieuwe dimensie in haar verhaal toevoegen: het beheer van het Schokker erfgoed door het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Dat museum zou in 1950 van start gaan om met behulp van schilderijen, klederdracht, historische schepen en gebouwen uit voormalige Zuiderzeestadjes de letterlijk en figuurlijk met de Afsluitdijk afgesloten episode uit de geschiedenis tot leven te wekken.

https://pagead2.googlesyndication.com/pagead/js/adsbygoogle.js

(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

De directeur van het Zuiderzeemuseum benaderde Anna Diender in 1948. Hij wilde het door haar grootouders in Kampen herbouwde Schokkerse huisje, plus authentieke kabinetkast en tegels van de schouw verwerven voor het openluchtgedeelte van het museum (dat overigens pas in 1983 voltooid zou zijn).

Eva Vriend beschrijft met smaak de onderhandelingen tussen Anna en de directeur over het ter beschikking stellen van haar materiaal. Tot hilariteit van haar neven en nichten kreeg het gereconstrueerde huisje van de voorouders van Anna in Enkhuizen uiteindelijk de bestemming als toilet voor de museumbezoekers. Dat is natuurlijk je reinste geschiedvervalsing, want op het negentiende-eeuwse Schokland was het fenomeen watercloset totaal onbekend.

Gestolde heimwee

In het debat over de vraag hoe de Zuiderzeecultuur het beste recht kan worden gedaan introduceert Eva Vriend een opmerkelijke stem: die van Maarten Koning, alter ego van Han Voskuil, hoofd van de afdeling Volkenkunde van het Meertensinstituut. In deel 3 van de cyclus Het Bureau roept Koning dat openluchtmusea ‘volstrekte nonsens’ zijn. ‘Gestolde heimwee naar grootmoeders tijd in een quasiwetenschappelijk jasje. En voor dergelijke illusies betaalt de gemeenschap dan vervolgens miljoenen.’

Ter geruststelling van Eva Vriend en vele andere liefhebbers van het Zuiderzeemuseum was de historicus Voskuil zelf iets genuanceerder:

‘Geef de bezoekers een probleem mee, een probleem van deze tijd, dat wel zijn historische wortels heeft. Interesseer ze voor de oplossingen die ze toen verzonnen. En voor de vergissingen. De bezoekers moeten het gevoel krijgen: het is mijn probleem. De strijd tegen het water bijvoorbeeld. Je zal er maar mee zitten, met dat oprukkende water!’

Eva Vriend: Het eiland van Anna. Schokland en de geschiedenis van een thuis (Atlas Contact) 285 pagina’s; € 24,99.

Hans Wansink is historicus en journalist en publiceert over boeken in Wynia’s Week. Hij was redacteur van NRC Handelsblad, Intermediair en de Volkskrant.

Wynia’s Week verschijnt ook dit jaar 104 keer met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. Plus video’s en podcasts. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!

Het bericht Hoe een eiland verdween – en toch weer boven water kwam verscheen eerst op Wynia's Week.

Plaats een reactie